Dient de schade van eiseres afgewikkeld te worden met een uitkering van een som ineens of voor een bepaalde periode?

Op 21 mei 2024 oordeelde de Rechtbank Overijssel over de vraag of de schade van een slachtoffer van een arbeidsongeval afgewikkeld dient te worden met een uitkering van een som ineens, zoals het slachtoffer zelf wenst, of voor een bepaalde periode waarna vervolgens een nieuwe expertise dient te worden uitgevoerd, conform de wens van de aansprakelijke werkgever. U kunt hier de uitspraak teruglezen.

Wat is er gebeurd?

Op 24 augustus 2016 is eiseres als werkneemster van een zorgcentrum een arbeidsongeval overkomen. Zij is op deze bewuste dag door een verstandelijk beperkte en getraumatiseerde cliënt van haar werkgeefster fysiek agressief aangevallen en meerdere keren met haar hoofd op de grond geslagen. De aansprakelijkheid voor het arbeidsongeval is door haar werkgever en diens verzekeraar erkend.

Het slachtoffer heeft als gevolg van het ongeval naast fysiek letsel ook psychische klachten ontwikkeld. Ten aanzien van de psychische klachten zijn partijen overeengekomen dat een onafhankelijke psychiater een psychiatrische expertise zou uitvoeren.

Expertiserapporten

Op 13 september 2021 heeft de expertisearts een eerste expertiserapport uitgebracht. Uit dit expertiserapport blijkt dat er bij eiseres sprake is van twee conform de DSM-5 classificeerbare stoornissen, namelijk een aanpassingsstoornis en agorafobie. Omdat er nog verbetering te verwachten was en omdat het slachtoffer nog onder behandeling stond voor haar psychische klachten, was er volgens de expertisearts nog geen sprake van een medische eindtoestand.

Nadat het eindrapport van de behandelend psycholoog van het slachtoffer is ontvangen heeft de expertisearts op gezamenlijk verzoek van beide partijen een aanvullende rapportage uitgebracht. Dit rapport is uitgebracht op 16 augustus 2022. In deze tweede rapportage heeft de expertisearts uiteengezet dat er inmiddels wel kan worden gesproken over een medische eindtoestand. De expertisearts merkt op dat partijen een jaar verder zijn en dat er geen verandering in de klachten is opgetreden bij het slachtoffer in het afgelopen jaar. De therapie is beëindigd en volgens de expertisearts heeft het slachtoffer zich ingezet voor de behandeling, maar verwacht hij niet dat er veel verandering zal optreden in de komende tijd. Daarom kan volgens de expertisearts over een eindtoestand worden gesproken.

Naar een afwikkeling toewerken?

Na het tweede expertiserapport liet het slachtoffer weten dat zij haar schade wenst af te wikkelen. De aansprakelijke partij heeft toen echter onder verwijzing naar het advies van diens medisch adviseur opgemerkt dat een afwikkeling met een beperkte looptijd hier wenselijk lijkt. De medisch adviseur van de aansprakelijke partij heeft namelijk laten weten dat er op termijn voor de aanpassingsstoornis en agorafobie een succesvolle behandeling kan worden gestart.

Ondanks dat de expertisearts in zijn tweede rapportage dus heeft aangegeven dat er sprake is van een medische eindsituatie, is de medisch adviseur van de aansprakelijke partij van mening dat er op termijn mogelijk wel een succesvolle behandeling zou kunnen worden opgestart. De aansprakelijke partij stelt daarom voor om de schade niet volledig af te wikkelen, maar om de ontstane schade voor een aantal jaren te begroten waarbij dan wordt uitgegaan van de huidige situatie en om opnieuw in overleg te treden over de overige toekomstige schade na het verstrijken van een overeengekomen periode.

Het geschil

Het slachtoffer wenst haar schade af te wikkelen door middel van een uitkering van een som ineens en wenst niet over een aantal jaren opnieuw een psychiatrische expertise te ondergaan om vervolgens opnieuw in overleg te treden over de schadebegroting. Zij is daarom naar de rechtbank gestapt. In de procedure vordert zij onder andere een verklaring voor recht dat de rapportages van de psychiater van 13 september 2021 en 16 augustus 2022 hebben te gelden als bindend tussen partijen overeengekomen expertises en dat de uitkomsten daarvan het causaal verband bepalen tussen het door haar op 16 augustus 2016 overkomen ongeval en de klachten en beperkingen, die zij daardoor heeft en die door deze deskundige zijn bepaald. Tevens vordert zij een verklaring voor recht dat de deskundige in zijn rapportage van 16 augustus 2022 heeft bepaald dat er sprake is van een medische eindtoestand en dat er volgens deze deskundige geen verbetering meer te verwachten is en dat dit heeft te gelden tussen partijen.

Ook vordert het slachtoffer een verklaring voor recht dat het verlies aan verdienvermogen van haar dient te worden berekend vanaf de datum van het ongeval tot aan haar AOW-gerechtigde leeftijd, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en dat er geen grondslag is deze letselschade langer aan te houden, zoals door de aansprakelijke partij wordt betoogd.

Het slachtoffer stelt dat, gezien het beloop van de medische situatie tot nu toe, de reeds gevolgde therapieën en de rapporten van de expertisearts, de schade afgewikkeld dient te worden met de uitkering van een som ineens. Hierbij is ook van belang dat het letselschadetraject door haar als slepend en slopend is ervaren.

Standpunt aansprakelijke partij

De aansprakelijke partij stelt dat de gezamenlijk ingeschakelde expertisearts in zijn eindrapportage weliswaar heeft vermeld dat sprake is van een medische eindsituatie, maar dat betekent volgens de aansprakelijke partij slechts dat er binnen twaalf maanden geen significante verbetering zal optreden. Dit betekent dus niet dat in de hele verdere toekomst geen verandering van de gezondheidssituatie van eiseres zal optreden, met name niet gelet op haar nog jonge leeftijd van haar.

Hoe oordeelde de rechtbank?

De rechtbank overweegt dat inderdaad niet uit te sluiten is dat in de toekomst een verandering zou kunnen optreden in de psychische gezondheidssituatie van eiseres. Dit is volgens de rechtbank echter ook niet de maatstaf voor de vraag of de begroting van nog niet ingetreden schade bij voorbaat kan geschieden. Voor de schadebegroting dienen de goede en de kwade kansen afgewogen te worden. Het gaat daarbij om de redelijke verwachtingen van toekomstige ontwikkelingen. In het eindrapport van de expertisearts van 16 augustus 2022, nagenoeg zes jaren na het arbeidsongeval, antwoordt de expertisearts op de vraag of hij in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering verwacht van de beperkingen op zijn vakgebied, dat gezien het beloop tot nu toe, ook met behandeling, een verbetering niet wordt verwacht. Hiermee is naar het oordeel van de rechtbank een inschatting gegeven van de goede en kwade kansen die bij de begroting van de toekomstige schade meegewogen moeten worden.

De rechtbank is verder van oordeel dat het belang van het slachtoffer bij de keuze om de schade af te wikkelen in de vorm van een som ineens zwaarder weegt dan het belang van de aansprakelijke partij om de schade periodiek af te wikkelen op basis van periodieke psychiatrische herexpertises. Het is volgens de rechtbank algemeen bekend dat een lopende letselschadezaak niet bevorderlijk is voor het herstel en dat geldt temeer indien dit gepaard gaat met periodieke psychiatrische herexpertises.

Het enkele belang van de aansprakelijke partij, dat niet uit te sluiten is dat in de toekomst een verandering zou kunnen optreden in de psychische gezondheidssituatie van het slachtoffer, weegt niet op tegen de belangen van het slachtoffer om te kiezen voor afwikkeling van de schade in de vorm van een som ineens. Dit betekent dat de vordering van eiseres hieromtrent door de rechtbank wordt toegewezen.

Conclusie

De rechtbank verklaart voor recht dat het verlies aan verdienvermogen van eiseres dient te worden berekend vanaf de datum van het ongeval tot aan haar AOW-gerechtigde leeftijd, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zodat er geen grondslag is deze letselschadezaak langer aan te houden. Ook verklaart de rechtbank voor recht dat partijen gebonden zijn aan de uitkomsten van het expertiserapport en dat er sprake is van een medische eindtoestand. De schade van eiseres dient dus conform haar wens afgewikkeld te worden met een uitkering van een som ineens.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Dat kan via het telefoonnummer 073 = 690 08 88 of door een e-mailbericht te sturen naar info@jba.nl.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *