Ansvar de bietenbrug op: verzekerde fraudeerde niet over alcoholgebruik bij ongeval

Op 5 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam zich in een kort geding uitgelaten over de vraag of verzekeraar Ansvar Verzekeringsmaatschappij N.V. een van zijn verzekerden terecht heeft beschuldigd van verzekeringsfraude. De uitspraak is op 8 januari 2024 gepubliceerd en kunt u hier teruglezen.

Feiten

Een verzekerde van Ansvar (hierna: de verzekerde) is in oktober 2021 omstreeks 11.30 uur met zijn auto betrokken geweest bij een aanrijding met een fietser. De fietser heeft daarbij letsel opgelopen.

De politie is ter plaatse gekomen en heeft omstreeks 11.40 uur een blaastest afgenomen. De uitslag was ‘A’, wat betekent dat een bestuurder als verdachte wordt aangehouden en overgebracht naar het politiebureau, alwaar hij opnieuw een alcoholtest moet ondergaan.

De verzekerde is meegenomen naar het politiebureau. Daar heeft hij om 12.39 een ademtest afgenomen. De uitkomst was: 255 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht (µg/l). De verzekerde is met ingang van 12:44 uur een rijverbod voor één uur opgelegd. Vervolgens heeft de politie hem verhoord. Na afloop van het rijverbod is de verzekerde in zijn eigen auto vertrokken.

De verzekerde heeft op 2 november 2021 een aanrijdingsformulier ingevuld en via Dealerloket bij Ansvar ingediend. Onder de kop “Omstandigheden tijdens voorval” staan 13 vragen. Bij zeven daarvan, waaronder de vraag “Was er sprake van drankgebruik?”, is niets ingevuld.

Bij e-mail van 8 december 2021 heeft de schadebehandelaar van (de tussenpersoon van) Ansvar aan de verzekerde gevraagd om antwoord te geven op de vraag “Was er sprake van middelen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden?”. Daarop heeft de verzekerde dezelfde dag per e-mail geantwoord: “Ik weet niet wat het politie rapport aangeeft, de aanrijding is midden over dag gebeurd, ik had niet gedronken, de blaastest gaf aan meer onderzoek, ik ben mee geweest naar het bureau en ben naar 45 minuten met mijn eigen auto gewoon weer vertrokken. Dus naar mijn inziens niet. Maar ik heb het proces verbaal niet. Ik heb sowieso helemaal niks gekregen en ook niks meer gehoord.”

Ansvar heeft de verzekerde per brief van 21 januari 2022 geconfronteerd met het feit dat in het door Ansvar opgevraagde tussentijds politierapport staat: “Bestuurder bleek nog onder invloed van alcohol. Tijdens de ademanalyse blies hij 255 µg/l.”

Verder staat in de brief van Ansvar:

“Op het schadeformulier heeft u de vraag over het alcoholgebruik onbeantwoord gelaten. Toen er [in de e-mail van 8 december 2021 – vzr] expliciet om beantwoording van die vraag werd verzocht, gaf u aan dat u niet had gedronken. Dit is echter in tegenspraak met de verdere inhoud van uw aanvullende verklaring. U verklaart immers niet te hebben gedronken, maar dat de blaastest wel verder onderzoek had uitgewezen.

Ook het gegeven dat u, naar eigen zeggen, bent meegenomen naar het politiebureau strookt niet met uw verklaring dat u niet had gedronken. Immers wanneer de blaastest had uitgewezen dat er geen sprake was van alcoholgebruik, dan had u ook niet de verplichting om mee te werken aan een ademanalyse op het politiebureau.

In Nederland is het verboden om een voertuig te besturen met meer dan 0,5‰ alcohol in het bloed. Tijdens de ademanalyse blies u immers 255 µg/l, hetgeen overeenkomt met een promillage van 0.59‰. U had dan ook meer gedronken dan wettelijk is toegestaan. Ook de inhoud van het politierapport komt niet overeen met uw stelling dat u niet had gedronken.

Bovenstaande wekt dan ook de indruk dat u de vraag op de achterzijde van het schadeformulier over het alcoholgebruik bewust onbeantwoord heeft gelaten. Daarnaast zijn wij van mening dat u de directe vraag of er sprake was van middelen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden bewust onjuist heeft beantwoord.”

Vervolgens op 14 oktober 2022 is er een strafzitting geweest. De rechtbank Gelderland heeft de verzekerde na diens bekentenis bij vonnis van 28 oktober 2022 veroordeeld tot 100 uur taakstraf, subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis, en een rijontzegging van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, voor overtreding van de artikelen 6 en 8 lid 2 Wegenverkeerswet (WVW) (het veroorzaken van een verkeersongeval met letsel en rijden onder invloed).

Bij brief van 4 april 2023 heeft Ansvar aangekondigd de autoverzekering per 3 juni 2023 te beëindigen en de persoonsgegevens van de verzekerde op te nemen in het Incidentenregister (IR), de Gebeurtenissenadministratie (GA) en het Intern Verwijzingsregister (IVR), alsmede een melding te doen bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV). Daarna hebben ook andere verzekeraars verzekeringen van de verzekerde opgezegd

Ansvar is op volgende gronden tot voorgenoemde maatregelen gekomen:

  1. Volgens Ansvar heeft de verzekerde herhaaldelijk aangegeven dat ten tijde van de aanrijding geen sprake was van rijden onder invloed van alcohol. Uit de politiestukken en het vonnis van de strafrechter blijkt dat wel sprake was van rijden onder invloed van alcohol. Volgens Ansvar heeft de verzekerde Ansvar opzettelijk misleid door herhaaldelijk een onware voorstelling van zaken te geven, met het oogpunt om Dealerloket te misleiden om zo onrechtmatig verzekeringsdekking, -uitkering, -prestatie, -dienstverlening te verkrijgen.
  2. Uit het vonnis van de strafrechter blijkt dat de verzekerde in het verleden een EMA-cursus heeft moeten volgen. De oplegging van EMA-cursus is volgens de strafrechter niet recent, waaruit kan worden geconcludeerd dat de slotvraag (“Is één van bovengenoemde personen bij deze verzekering de laatste 8 jaar in aanraking met politie of justitie geweest?”) op het aanvraagformulier door verzekerde mogelijk onwaar is beantwoord. Ansvar concludeert dat de verzekerde mogelijk bij de beantwoording van de slotvraag bij de aanvraag van de verzekering op 9 juli 2021 een onware voorstelling van zaken heeft gegeven. De verzekerde heeft op 2 januari 2014 (dus minder dan 8 jaar geleden) nog een strafbeschikking heeft gehad. De slotvraag is mogelijk opzettelijk onjuist beantwoord om op die manier onrechtmatig verzekeringsdekking te verkrijgen, aldus Ansvar.

De verzekerde stelt dat hij geen fraude heeft gepleegd en vindt de registraties onterecht. Hij wil met het kort geding met name bereiken dat deze worden verwijderd.

Oordeel rechtbank

De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat de verzekerde zowel bij de schademelding als de aanvraag van de verzekering niet gefraudeerd heeft. Daardoor moet Ansvar alle persoonsgegevens van de verzekerde verwijderen uit het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister en de melding bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van Verzekeraars rectificeren

Ten aanzien van de schademelding merkt de voorzieningenrechter op dat uit de genoemde omstandigheden niet kan worden afgeleid dat de verzekerde Ansvar opzettelijk heeft misleid omtrent het alcoholgebruik. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter onder meer het volgende:

  • De verzekerde heeft geen “nee” ingevuld bij de vraag “was er sprake van drankgebruik?”;
  • De verzekerde heeft een plausibele verklaring gegeven voor het niet invullen van de vraag of er sprake was van alcoholgebruik. Die verklaring houdt in dat hij weliswaar op de avond voor de dag van de aanrijding alcohol (“een biertje of 15” volgens zijn verklaring bij de politie) had genuttigd, maar niet op die dag zelf en dat hij – ook omdat hij niet tot laat in de avond had gedronken – in de veronderstelling verkeerde dat hij na goed geslapen en ontbeten te hebben in de late ochtend van die dag weer aan het verkeer mocht deelnemen. Omdat hij inmiddels door de ademtest wist dat zijn alcoholpromillage op het moment van de aanrijding de norm overschreed – zij het zo weinig dat hij na een uur weer mocht rijden – meende hij ook geen “nee” te kunnen invullen bij de vraag;
  • De verzekerde heeft, anders dan Ansvar aanvoert, diverse andere vragen ook niet ingevuld.
  • De verzekerde heeft verklaard dat het hem niet om financieel gewin ging. Dit komt de rechtbank geloofwaardig over, mede gelet op zijn aanbod van januari 2022 om zelf de kosten van de fietser te vergoeden.

De voorzieningenrechter concludeert dat vooralsnog onvoldoende vaststaat dat de verzekerde Ansvar opzettelijk heeft misleid omtrent de schademelding.

Ook ten aanzien van de aanvraag van de verzekering merkt de voorzieningenrechter op dat uit de genoemde omstandigheden niet kan worden afgeleid dat de verzekerde Ansvar opzettelijk heeft misleid. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter onder meer het volgende:

De verzekerde erkent dat hij eerder op 4 januari 2013 is aangehouden op verdenking van rijden onder invloed, maar stelt dat dat dat meer dan acht jaar voor de aanvraag was en dat hij daarom “nee” heeft ingevuld. Ansvar voert aan dat niet die datum, maar 2 januari 2014, de datum van de strafbeschikking in de vorm van een geldboete, als peildatum moet worden genomen. Die interpretatie zou betekenen dat hoe langer de afdoening door justitie duurt, hoe verder de achtjaarstermijn wordt opgerekt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat die uitleg moeilijk verenigbaar is met de ratio van die termijn en in dit geval ook leidt tot niet proportionele registratie. Volgens de voorzieningenrechter is het goed denkbaar dat de verzekerde de vraag zo heeft opgevat als hij zegt.

Conclusie

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam stelt Ansvar dubbel in het ongelijk: de verzekerde heeft zowel bij de schademelding als de aanvraag van de verzekering niet gefraudeerd. Daardoor moet Ansvar alle persoonsgegevens van de verzekerde verwijderen uit het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister en de melding bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van Verzekeraars rectificeren. Wordt u zelf onterecht beschuldigd van fraude door uw verzekeraar, informeer gerust bij een van onze advocaten om te informeren naar de mogelijkheden om de beschuldigen aan te vechten!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *