Werknemer glijdt uit in een stal, de manege is als werkgever aansprakelijk

Op 30 januari 2024 oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat de werkgever (hierna: de manege) aansprakelijk is voor de geleden schade van haar werknemer (hierna: de benadeelde), nu zij tijdens haar werkzaamheden in een stal is uitgegleden.

Wat is er gebeurd?

Sinds 2011 werkt benadeelde op grond van een arbeidscontract bij de manege. De werkzaamheden bestonden onder andere uit het schoonmaken van de stallen. Voor de exploitatie van de manege wordt gebruik gemaakt een zogenaamde ‘potstal’. Dit is een stal waarin de mest wordt opgepot. Iedere dag wordt de mest bedekt met een nieuwe laag stro. Als het mengsel van mest en stro een bepaalde hoogte heeft bereikt dan wordt de potstal geleegd/uitgemest. Dit gebeurt bij de manege eens in de drie weken als de strolaag ongeveer 10 centimeter hoog is. De schotten van de paardenboxen worden dan verwijderd waardoor een lange brede baan ontstaat. Het mengsel van mest en stro wordt eerst naar het midden geschept waarna vervolgens nog door werknemers het mengsel, dat nog aan de zijkanten is blijven liggen, naar binnen wordt geschept. Vervolgens gaat daar dan nog een shovel overheen en wordt het mengsel weggevoerd. Op 30 oktober 2019 liep benadeelde achter de shovel aan en is toen, tijdens het naar binnen scheppen van de mest dat nog aan de zijkanten lag, gevallen. Benadeelde viel achterover en heeft zich met haar linkerhand opgevangen. Benadeelde is hiervoor naar de huisarts en het ziekenhuis geweest. Na een operatie werd de diagnose Complex Regionaal Pijn Syndroom vastgesteld. Zij heeft een aanhoudende pijn aan haar pols, slaapproblemen en sombere gedachten. Benadeelde is voor 100% afgekeurd door het UWV en ontvangt sinds oktober 2021 een WIA-uitkering. Benadeelde wil de manege aansprakelijk houden voor de door haar geleden en nog te lijden schade.

Juridische grondslag voor aansprakelijkheid

Op grond van art. 7:658 BW is een werkgever aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de op hem rustende zorgplicht is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Het is wel aan de werknemer om aan te tonen dat deze schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden.

Schade in de uitoefening van de werkzaamheden

Het hof is van oordeel dat benadeelde voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat zij schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden. Zo heeft zij tijdens het voorlopige getuigenverhoor aangegeven dat zij is gevallen tijdens het schuiven van het mest en heeft ook een getuige verklaard dat zij is gevallen/uitgegleden. Daarnaast heeft benadeelde aan diverse personen laten weten dat zij in de potstal is uitgegleden bij het uitmesten van de stal. Dit blijkt onder andere uit het huisartsenjournaal, een WhatsApp bericht en andere schriftelijke verklaringen in het dossier.

De manege betwist dat de val tijdens de uitoefening van de werkzaamheden is gebeurd. De manege zou van een klant hebben gehoord dat de benadeelde dezelfde middag nog naar haar eigen paard is gegaan en toen van haar paard is gevallen. Het hof vindt deze betwisting onvoldoende tegenover de (vele) concrete feiten en omstandigheden die benadeelde heeft aangevoerd. De feiten die de benadeelde heeft gesteld worden daarom als vaststaand beschouwt en aan enige bewijslevering wordt verder niet toegekomen. Het staat vast dat de benadeelde schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden.

Schending van de zorgplicht door de werkgever

Tot het takenpakket van de benadeelde behoorde onder andere de schoonmaakwerkzaamheden van de stal. Voor de beoordeling of de manege aan haar zorgplicht heeft voldaan gaat het erom of zij voor het verrichten van de specifieke werkzaamheden – het achter de shovel aanlopen om handmatig de laatste resten stro en mest naar binnen te scheppen – zodanige maatregelen heeft getroffen en aanwijzingen heeft gegeven die redelijkerwijs nodig waren om te voorkomen dat benadeelde in de uitoefening van deze werkzaamheden schade zou lijden als gevolg van het uitglijden over een natte en vuile laag van stroresten.   

Uit het toedrachtonderzoek dat door de verzekeraar van de manege is gedaan blijkt dat het stro (vermengd met mest en urine) nat kan zijn. Ook heeft de manege in de processtukken aangegeven dat de aard van de specifieke werkzaamheden meebrengt dat de vloer vochtig kan zijn. Medio 2019 heeft de manege een risico-inventarisatie oplaten maken, maar daarover is niets opgenomen over de schoonmaakwerkzaamheden in de stallen. Volgens het hof had de manege in haar risico-inventarisatie aandacht moeten besteden aan het feit dat de schoonmaakwerkzaamheden in de stal een risico van vallen en uitglijden met zich mee brengt en zo nodig hadden zij hier extra veiligheidsmaatregelen voor moeten treffen. Tevens wordt in de Arbo-catologus Sector Paardenhouderij het risico van vallen en uitglijden met als gevolg verwondingen en lichamelijk klachten bij onder meer het uitmesten als belangrijk punt genoemd. Dat in de standaard RI&E geen aparte paragraaf over schoonmaakwerkzaamheden is opgenomen betekent niet dat de manege geen verplichting heeft om voor de specifieke schoonmaakwerkzaamheden een inventarisatie op te laten maken.

Het feit dat de specifieke werkzaamheden eenvoudig van aard waren en benadeelde het werk al jarenlang deed, maakt het bovenstaande niet anders. Een werkgever dient er namelijk rekening mee te houden dat ook ervaren werknemers niet steeds de noodzakelijke voorzichtigheid zullen betrachten.

De manege voert verweer door te stellen dat de vloer ruw zou zijn geweest, omdat na de stort van beton minimaal zou zijn gevlinderd om gevaar van uitglijden te verminderen. Echter kan er volgens het toedrachtonderzoek 10 centimeter nat stro liggen en kunnen er hogere hopen ontstaan met het opscheppen. De mogelijkheid dat het mengsel van mest/urine/stro nat kan zijn, is voldoende om te verlangen dat nadere voorzorgsmaatregelen door de manege werden genomen. Of de vloer ruw was, doet volgens het hof niet ter zake.

De benadeelde stelt dat haar werkschoenen niet voldeden aan de norm die gesteld wordt in de Arbocatalogus. De manege betwist dit door te stellen dat de schoenen, op de website waar de schoenen worden verkocht, worden aangeboden voor de toepassing ‘agrarisch’. Echter heeft de manege geen risico-inventarisatie over de betreffende schoonmaakwerkzaamheden en kan daarom niet worden vastgesteld of de manege de juiste veiligheidsschoenen ter beschikking heeft gesteld en op die manier aan haar zorgplicht heeft voldaan. Uit een risico-inventarisatie aan de hand van de Arbo-catalogus had mogelijk gevolgd dat de manege andere effectieve maatregelen had moeten nemen, zoals een ander type werkschoenen die geschikt zijn voor uitmestwerkzaamheden in een potstal.

Tot slot voert de benadeelde aan dat het plaatsen van rubberen stalmatten het risico op vallen sterk had kunnen verminderen. De manege geeft aan dat door het plaatsen van de matten het uitmesten van de stal met de shovel onmogelijk zou worden en het fysiek zwaarder werk voor de medewerkers zou zijn. Het hof vindt dat de manege hiermee onvoldoende heeft onderbouwd dat het plaatsen van deze stalmatten redelijkerwijs niet van haar verlangd kon worden.

Conclusie

Doordat de benadeelde voldoende heeft weten aan te tonen dat zij schade heeft geleden tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden en de manege onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit volgt dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan wordt, door het hof, de manege aansprakelijk gehouden voor de geleden en nog te lijden schade van de benadeelde.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *