Werkgever toont onvoldoende aan dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan

Op 17 juni 2021 heeft de rechtbank Den Haag zich gebogen over de vraag of een werkgever aansprakelijk is voor het ongeval (vallen van een trap) dat een werknemer tijdens werktijd is overkomen. De uitspraak is op 28 februari 2024 pas gepubliceerd en is hier terug te lezen.

Feiten

Op 3 oktober 2017 is een werkneemster (hierna: benadeelde) in het trappenhuis van het kantoorpand van Aegon ten val gekomen, waardoor zij letsel heeft opgelopen. Benadeelde geeft aan niet veel meer van het ongeval te herinneren. Zij weet slechts nog dat ze naar beneden moest lopen en onderaan de trap weer bij kennis kwam. Ze kon zich niet herinneren hoelang ze op de grond had gelegen en wat er precies was gebeurd. Diverse collega’s hebben een verklaring afgelegd over de val. De ene collega verklaart dat benadeelde al de hele dag onrustig en licht in haar hoofd was. Een andere collega verklaart dat benadeelde ook tegen haar heeft verteld zich niets meer te herinneren. Benadeelde heeft na de val contact opgenomen met nog een andere collega. Die collega gaf aan dat er bij de trap verschillende dorpels en leuningen loszaten. Daarnaast was het trappenhuis volgens deze collega al weken stoffig.

Bij brief van 27 maart 2019 heeft benadeelde Aegon aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).

Standpunt Aegon

Op 9 april 2019 heeft Aegon gereageerd op de aansprakelijkstelling. De aansprakelijkstelling van benadeelde verbaast Aegon. De gebeurtenis is op dat moment al anderhalf jaar geleden en benadeelde heeft de volgens Aegon de gevaarlijke situatie nooit eerder gemeld. Dit heeft de bewijspositie van Aegon aangetast. Daarnaast acht Aegon de conclusies van benadeelde opmerkelijk, omdat zij zich niets meer van het voorval kan herinneren. Ook stelt Aegon zich op het standpunt dat benadeelde zich de dag van het ongeval al niet lekker en licht in haar hoofd voelde. Het is daardoor aannemelijk dat benadeelde is flauwgevallen op de trap. Tevens is Aegon van mening dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan, omdat de trappen voldeden aan alle vereisten. Tot slot mocht van benadeelde worden verwacht dat zij de nodige voorzichtigheid betrachtte bij het aflopen van de trap en is er volgens Aegon nooit eerder een gebrek aan de trap gemeld.

Toetsingskader

Of Aegon als werkgever aansprakelijk is voor het ongeval wat de werknemer is overkomen, wordt beoordeeld aan de hand van artikel 7:658 BW. Dit artikel ziet op de aansprakelijkheid van een werkgever, waarbij het gaat om de vraag of de werkgever de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden. Ingevolge artikel 7:658 BW is een werkgever namelijk verplicht de werkzaamheden zodanig in te richten en voor het verrichten daarvan zodanige maatregelen te treffen als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat een werknemer schade lijdt. Wanneer de werknemer een ongeval overkomt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden, is de werkgever op grond van art. 7:658 lid 2 BW aansprakelijk, tenzij de werkgever kan aantonen dat zij niet tekortgeschoten is in haar zorgplicht.

Wat beslist de kantonrechter?

Tussen partijen is niet in geschil dat benadeelde op 3 oktober 2017 tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden voor Aegon van de trap is gevallen en zij hierdoor schade heeft geleden. De vraag rijst of Aegon hier aansprakelijk voor kan worden gehouden.

De kantonrechter is van oordeel dat Aegon onvoldoende heeft onderbouwd dat benadeelde zou zijn flauwgevallen op de trap. Dat zij zich niet lekker voelde deze dag, betekent niet zonder meer dat zij onwel is geworden op de trap en daardoor ten val is gekomen. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat Aegon niet is benadeeld door het feit dat benadeelde anderhalf jaar na het ongeval pas een melding heeft gemaakt. Aegon was namelijk van meet af aan bekend dat benadeelde van de trap was gevallen. Aegon heeft nagelaten om na het ongeval onderzoek te doen naar de toedracht of de toestand van de trap. Dat Aegon aanvoert dat haar bewijspositie is aangetast, komt voor haar rekening en risico.

Daarnaast oordeelt de rechtbank dat Aegon niet heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht. Dat de trap veelvuldig wordt gebruikt en nimmer een gebrek is gemeld, betekent niet zonder meer dat hiervan geen sprake geweest kan zijn. Dat de trap volgens Aegon dagelijks werd schoongemaakt en Aegon dit slechts bewijst met een overeenkomst is volgens de kantonrechter onvoldoende om te concluderen dat Aegon aan haar zorgplicht heeft voldaan. Te meer nu een collega heeft verklaard dat de trap stoffig en gebrekkig was.

Conclusie

De conclusie van de kantonrechter luidt dat Aegon er niet in is geslaagd aan te tonen dat alle redelijkerwijs te nemen maatregelen zijn genomen om het ongeval te voorkomen. Dat betekent dat Aegon aansprakelijk is voor de schade die benadeelde heeft geleden.

Heeft u een ongeval meegemaakt tijdens de uitoefeningen van uw werkzaamheden? Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek waarin wij concreet bespreken wat wij voor u kunnen betekenen. U kunt ons bereiken op 073-690 08 88 of via info@jba.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *