Uitspraak bestuursrechter goud waard voor letselschadepraktijk: verzekeraars mogen slachtoffers niet verwijzen naar WMO

Op 20 juni 2023 heeft de bestuursrechter van de Rechtbank Rotterdam een zeer belangrijk vonnis gewezen voor de letselschadepraktijk. De uitspraak van de Rechtbank Rotterdam kunt u hier teruglezen.

Feiten

Op 18 oktober 2006 liep een vrouw een incomplete dwarslaesie op bij een ongeval. Met de aansprakelijkheidsverzekeraar van de aansprakelijke partij heeft zij in juli 2018 overeenstemming bereikt over de afwikkeling van haar letselschadezaak. Daarbij zijn partijen een totale schadevergoeding van € 1.759.359,00 overeengekomen. In de vaststellingsovereenkomst is gespecificeerd hoe dit schadebedrag is opgebouwd. Er is onder meer een bedrag van € 305.800,00 genoteerd voor ‘kosten van toekomstige verzorging’ en een bedrag van € 325.000,00 voor ‘overige toekomstige schade (auto, rolstoel, meerkosten vakantie, etc.)’.

Op 17 maart 2021 heeft de vrouw bij de gemeente Lansingerland een aanvraag ingediend voor ‘individuele begeleiding en huishoudelijke ondersteuning’. Voor deze meer basale zorg is géén specifiek schadebedrag opgenomen in de vaststellingsovereenkomst. De gemeente heeft de aanvraag afgewezen. Volgens de gemeente is het de eigen verantwoordelijkheid van de vrouw om op eigen kracht in de WMO-voorzieningen te voorzien. De gemeente wijst de vrouw erop dat zij een aanzienlijke schadevergoeding heeft ontvangen in haar letselschadezaak, die nadrukkelijk bedoeld is voor de WMO-voorzieningen waarvoor de vrouw nu de gemeente aanspreekt. De gemeente betoogt dat de vrouw voldoende eigen middelen heeft om in haar maatschappelijke ondersteuning te voorzien. De gemeente stelt zich bovendien op het standpunt dat indien een slachtoffer de aansprakelijke schadeverzekeraar aanspreekt tot vergoeding, de schadeverzekeraar ervoor moet zorgen dat de volledige schade van het slachtoffer vergoed wordt.

Oordeel rechtbank

De rechtbank buigt zich over de vraag of de gemeente terecht de aanvraag van de vrouw voor ‘individuele begeleiding en huishoudelijke ondersteuning’ heeft afgewezen. De conclusie van de rechtbank is dat de gemeente de aanvraag inderdaad heeft mogen afwijzen. De rechtbank overweegt daartoe onder meer het volgende.

De rechtbank stelt voorop dat de aansprakelijke partij in een letselschadezaak verplicht is om de schade te vergoeden indien hij daarvoor wordt aangesproken. De schadeverzekeraar dient de door de aansprakelijke partij veroorzaakte schade te vergoeden. Het kan niet zo zijn dat deze schade wordt gedragen door de samenleving. Volgens de rechtbank had het op de weg van de vrouw gelegen om bij de afwikkeling van haar letselschade de kosten die gemoeid zouden zijn met ‘individuele begeleiding en huishoudelijke ondersteuning’ te verhalen op de aansprakelijke schadeverzekeraar.

In de vaststellingsovereenkomst is slechts een bedrag opgenomen voor ‘kosten van toekomstige verzorging’ en ‘overige toekomstige schade (auto, rolstoel, meerkosten vakantie, etc.)’. Voor de meer basale ‘individuele begeleiding en huishoudelijke ondersteuning’ is géén specifiek schadebedrag opgenomen. Hiervoor heeft de aansprakelijke schadeverzekeraar de vrouw dus verwezen naar de gemeente. Dit is volgens de rechtbank niet in lijn met het uitgangspunt dat de aansprakelijke partij de door haar veroorzaakte schade dient te vergoeden. De rechtbank benadrukt dat het niet zo kan zijn dat een letselschadeslachtoffer met een verzekeraar kan afspreken dat voor bepaalde delen van de schade aanspraak gemaakt moet worden op publieke gelden. Dit kan dus ook niet afgedwongen worden de verzekeraar.

Conclusie

De uitspraak van de Rechtbank Rotterdam is van groot belang voor de letselschadepraktijk. De uitspraak maakt namelijk duidelijk dat een aansprakelijke verzekeraar in een letselschadezaak bij de afwikkeling van de schade, niet kan afdwingen dat het slachtoffer zich voor (een gedeelte van) toekomstige schade wendt tot een overheidsinstantie ter vergoeding van deze schade. Is duidelijk dat een letselschadeslachtoffer in de toekomst behoefte zal hebben aan ondersteuning die mogelijk ook vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) geboden kan worden, dan kan de aansprakelijke verzekeraar het slachtoffer niet doorverwijzen naar de gemeente. De aansprakelijke verzekeraar dient de kosten die gemoeid zijn met die ondersteuning dan gewoon zelf te dragen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *