Shockschade – het gezichtspunt van een bijzondere affectieve relatie is niet per definitie doorslaggevend

Eerder schreven wij in onze blogs ‘Schokkend! De Hoge Raad komt terug op uitspraken over schokschade’ en ‘Shockschade: Hoge Raad laat zich uit over gezichtspunt onverhoeds’  over de aanvullingen die de Hoge Raad heeft gegeven op het Taxibus-arrest uit 2002 in zijn arrest van 28 juni 2022. De Hoge Raad overweegt in zijn arresten aan de hand van welke gezichtspunten beoordeeld kan worden of iemand die een ander door zijn onrechtmatige daad doodt of verwondt ook onrechtmatig handelt jegens degene bij wie die confrontatie een hevige emotionele schok teweeg brengt. In zijn arrest van 28 juni 2022 overweegt de Hoge raad dat één van de gezichtspunten die een rol speelt bij de beoordeling van de onrechtmatigheid jegens degene bij wie een hevige emotionele schok is teweeggebracht “de aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, waarbij geldt dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen” betreft.

De Hoge Raad heeft zich op 28 maart 2023 opnieuw uitgelaten over een ingestelde shockschadevordering. Dit arrest kunt u hier teruglezen.

Waar ging het over in deze zaak?

In deze zaak ging het om een verdachte die het primaire slachtoffer van het leven heeft beroofd door met een mes in de borst van dit slachtoffer te steken. Een getuige van dit voorval, het secundaire slachtoffer, heeft zich als benadeelde partij in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering is bij de rechtbank in eerste instantie niet-ontvankelijk verklaard.

In hoger beroep heeft de benadeelde partij zich opnieuw gevoegd in de strafzaak. Het hof oordeelde toen dat de benadeelde partij niet kon worden aangemerkt als slachtoffer in de zin van artikel 51a lid 1 onder a van het Wetboek van Strafvordering. Volgens het hof beoogt artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht (doodslag) verder niet de belangen van een getuige te beschermen ten aanzien van wie geen bijzondere affectieve relatie met het slachtoffer is komen vast te staan. De vordering werd daarom opnieuw niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij was het niet eens met de beslissing van het hof met betrekking tot de ingediende vordering en heeft cassatie ingesteld.

Wat oordeelde de Hoge Raad?

De Hoge Raad verwijst in zijn arrest allereerst naar het bekende shockschade-arrest uit 2002, maar ook naar zijn recentere arrest van 28 juni 2022. De Hoge Raad herhaalt de uiteengezette gezichtspunten uit zijn arrest van 28 juni 2022 en merkt daarbij op dat de feitenrechter aan de hand van onder meer deze gezichtspunten van geval tot geval dient te beoordelen of er sprake is van onrechtmatigheid. Er komt op voorhand niet aan één van de gezichtspunten een doorslaggevende betekenis toe. De Hoge Raad benadrukt dat als een van de gezichtspunten geen duidelijke indicatie geeft voor het aannemen van onrechtmatigheid, onrechtmatigheid desondanks alsnog kan worden aangenomen als de omstandigheden daarvoor, bezien vanuit de overige gezichtspunten, voldoende zwaarwegend zijn.

De aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer (de benadeelde partij in deze zaak) speelt dus wel een rol bij de beoordeling van de vraag of iemand recht heeft op vergoeding van schade die is veroorzaakt door het onrechtmatig teweegbrengen van een hevige emotionele schok. Ook merkt de Hoge Raad nogmaals op dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen.

De Hoge Raad oordeelt echter dat de beslissing van het hof getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad komt tot dit oordeel omdat het hof de benadeelde partij niet in zijn vordering heeft ontvangen op de enkele grond dat tussen hem en het primaire slachtoffer geen “bijzondere affectieve relatie” is komen vast te staan.

De Hoge Raad overweegt in rechtsoverweging 3.6:

De toewijsbaarheid van schokschade in de zin van het hiervoor onder 3.5 weergegeven arrest moet immers worden beoordeeld aan de hand van het gewicht dat in de gegeven omstandigheden kan worden toegekend aan in ieder geval de in dat arrest onder 3.5 genoemde gezichtspunten, waarbij dus niet op voorhand doorslaggevend is het antwoord op de vraag of sprake is van een “bijzondere affectieve relatie” tussen het primaire en het secundaire slachtoffer.

Voor zover het oordeel van het hof daarnaast berust op de opvatting dat artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht niet de belangen beoogt te beschermen van iemand die, al dan niet op grond van een “bijzondere affectieve relatie” tussen hem en het primaire slachtoffer van het bewezenverklaarde feit, aanspraak maakt op vergoeding van schokschade, miskent het dat niet is vereist dat een benadeelde partij is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling rechtstreeks wordt beschermd (vgl. HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793, rechtsoverweging 2.3.1).

Een en ander brengt ook mee dat als de rechter tot het oordeel komt dat iemand recht heeft op vergoeding van schokschade die rechtstreeks het gevolg is van het jegens het primaire slachtoffer gepleegde strafbaar feit, ook dit secundaire slachtoffer kan worden aangemerkt als slachtoffer in de zin van artikel 51a lid 1, onder a, Sv.”

Het ingediende cassatiemiddel door de benadeelde partij slaagt derhalve. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd voor wat betreft de beslissing op de vordering van de benadeelde partij en de zaak terug het hof verwezen.

Conclusie

De feitenrechter dient bij de beoordeling van een vordering tot vergoeding van shockschade onder meer de door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspunten af te wegen. Het is op voorhand niet doorslaggevend of er sprake is van een “bijzondere affectieve relatie”. Dat betekent dat als er geen sprake is van een dergelijke relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, er mogelijk toch onrechtmatigheid kan worden aangenomen.

Mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze blog, neem dan vooral contact met ons op. Dat kan via het telefoonnummer boven in beeld of via info@jba.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *