Productaansprakelijkheid; wat is dat eigenlijk?

Van een product mag verwacht worden dat het werkt zoals het zou moeten werken. Als een product niet (goed) werkt, en dus gebreken vertoont, kan er schade ontstaan. Diegene die het product op de markt heeft gebracht is aansprakelijk voor de (letsel)schade die is ontstaan door de gebreken. Deze aansprakelijkheid bestaat op grond van artikel 6:185 BW en verder.

Wat wordt er verstaan onder een product?

Onder product wordt verstaan een roerende zaak, een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object, ook nadat dit een bestanddeel van een andere roerende of onroerende zaak is geworden (zie artikel 6:187 BW). Bijvoorbeeld auto’s, fietsen etc. Ook elektriciteit en informatie vallen onder de term roerende zaak. Hoewel informatie niet zozeer een product is, kunnen de fysieke dragers (bijvoorbeeld boekwerken en databases) hierbij wel relevant zijn.

Diensten vallen niet onder de productaansprakelijkheid. Dat geldt ook voor producten afkomstig van landbouw en visserij, tenzij het geconserveerde producten betreffen (verpakt in blik).

Wanneer is er sprake van een gebrek?

Een product is gebrekkig als het bij normaal gebruik, voor het doel waarvoor het bestemd is, schade veroorzaakt. Is dit het geval, dan is de aansprakelijkheid in principe al gegeven.

Wat je van een product mag verwachten hangt af van:

  • de presentatie van het product, zoals de verpakking, reclame of gebruiksaanwijzing;
  • het gebruik van het product. De producent is niet aansprakelijk voor onjuist en/of onvoorzichtig gebruik. Aan de andere kant mag de producent er niet op rekenen dat een gebruiker van een product steeds alle voorzorgsmaatregelen in acht neemt;
  • het tijdstip waarop het product in het verkeer/op de markt wordt gebracht. De gebrekkigheid moet worden beoordeeld aan de hand van de veiligheidsnormen die bestonden op het tijdstip van het op de markt brengen. Vaak wordt er aansluiting gezocht bij de op dat moment geldende richtlijnen.

Productaansprakelijkheid is ook aan de orde als het gaat om voedingsmiddelen waar gezondheidsschade uit voortvloeit. Gedacht kan worden aan het schandaal waarbij paardenvlees werd verkocht als rundvlees, terwijl dit paardenvlees meer antibiotica bevatte. Dit schandaal heeft tot aardig was gezondheidsschade geleid.

Ook is artikel 6:185 BW van toepassing op medische hulpmiddelen die gebreken vertonen. Een voorbeeld betreft de aansprakelijkheid van de producent voor bepaalde types pacemakers of defibrillatoren. Vaak hebben zulke zaken ook een internationaal karakter. Klik hier voor een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van maart 2015 over de aansprakelijkheid van medische hulpmiddelen die gebreken vertonen.

Productaansprakelijkheid gaat dus echt over de door het product veroorzaakte (letsel)schade en niet over het kapotte product zelf. Als een product echter vrijwel direct na aankoop kapot gaat, dan is de regeling van de productaansprakelijkheid niet van toepassing. Er kan dan (eventueel) een beroep worden gedaan op de garantiebepalingen.

Wie kan je aansprakelijk stellen?

  • De producent van het product. Dit is de fabrikant van het eindproduct;
  • De pseudoproducent. Dit is het bedrijf dat het product niet echt geproduceerd heeft, maar wel zijn naam aan het product verbonden heeft;
  • De importeur die het product in het land heeft gebracht;
  • De leverancier van het product (als niet kan worden vastgesteld wie de producent of de importeur is).

Bewijs

Het slachtoffer die schade heeft geleden door het gebrekkige product moet bewijzen dat er een causaal verband bestaat tussen het gebrek en de schade. Het is dus erg belangrijk om na het ongeval zoveel mogelijk bewijzen te verzamelen.

Op 22 december 2015 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich mogen buigen over de vraag of er sprake is van productaansprakelijkheid. Klik hier voor de uitspraak. In deze zaak ging het om een man die het door Lilly Nederland op de markt gebracht medicijn Permax heeft gebruikt voor de ziekte van Parkinson waar hij aan lijdt. Door een bijwerking van het medicijn Permax heeft de man een pathologische gokverslaving ontwikkeld, waardoor hij materiële en immateriële schade heeft geleden. De man stelt Lilly Nederland aansprakelijk voor deze schade, doordat zij heeft nagelaten de man te waarschuwen voor deze bijwerking, terwijl zij dit wel had moeten doen.

Is hier sprake van productaansprakelijkheid? Is een gokverslaving als gevolg van het nemen van Permax een gebrek? Valt dit te bewijzen? Kan Lilly Nederland hier aansprakelijk voor worden gehouden?

Het hof oordeelt dat de vordering beoordeeld dient te worden op grond van de regeling van productaansprakelijk, de artikelen 6:185 BW en verder. Het medicijn wordt dus aangemerkt als een product in de zin van artikel 6:187 BW. Vervolgens wordt door het hof nagaan of de aansprakelijkheidsgrond, het niet tijdig waarschuwen voor de bijwerking gokverslaving bij het gebruik van Permax, een noodzakelijke voorwaarde is voor het ontstaan van de door de man gestelde schade (te weten herhaaldelijk problematisch gokgedrag en de daaruit voortvloeiende schade).

Het hof constateert dat over de feiten niet genoeg/geen duidelijkheid bestaat. Het hof wilt meer bewijs. Dit bewijs zal door de man geleverd moeten worden. Op de man rust tenslotte de bewijslat. Het hof heeft de man daarom in de gelegenheid gesteld nader bewijs te leveren dat zijn herhaald problematisch gokgedrag is ontstaan na het begin van zijn gebruik van Permax. Ook stelt het hof de man in de gelegenheid om te bewijzen dat hij niet eerder dan nadat hij had vernomen dat Permax verband hield met een gokverslaving, zijn gokgedrag heeft kunnen beheersen.

Of Lilly Nederland aansprakelijk kan worden gehouden op grond van artikel 6:185 BW moeten wij nog afwachten.

Wat kan een producent doen bij claims van productaansprakelijkheid?

De producent kan allereerst een product-recall organiseren. De producent doet dan een terugroepactie om het product van de markt te halen en zo de schade te voorkomen. Product-recall kan ook zinvol zijn om de schade te verkleinen als deze al is ontstaan.

Een voorbeeld uit de praktijk is de (te late) product-recall van autofabrikant General Motors. General Motors is aansprakelijk gesteld voor het veel te laat terugroepen van auto’s met falende contactsloten. Dit mankement heeft veel mensen het leven gekost. Autofabrikant Chrysler heeft ook wereldwijd meer dan duizenden SUV’s teruggeroepen in verband met een mogelijk defect aan de remmen.

Naast een product-recall kan de producent ook onderzoeken laten uitvoeren om de achterhalen of het product onveilig blijkt te zijn. Ook moet rekening worden gehouden met de op dat moment geldende wet- en regelgeving, geldende contracten en het jaartal wanneer het product op de markt/in het verkeer is gebracht (na 10 jaar kan de vordering namelijk vervallen).

Niet alleen voor letselschade

De regeling van productaansprakelijkheid is in eerste instantie bedoeld voor schade aan personen (letselschade). De regeling kan ook gelden als er sprake is van schade ontstaan aan andere goederen. Hierbij geldt wel een drempel van € 500,00. Dat wil zeggen dat er alleen een beroep op productaansprakelijkheid kan worden gedaan als er zaken zijn beschadigd en de schade minimaal € 500,00 bedraagt.

Contact

Wilt u graag advies over dit onderwerp? Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 073-6900888, of stuur ons een facebookbericht of een e-mail naar info@jba.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *