Is vleesbewerkingsbedrijf aansprakelijk voor letsel van werknemer op de werkvloer?

Op 23 augustus 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam zich uitgelaten over de vraag of een vleesbewerkingsbedrijf aansprakelijk is voor een ongeval dat een van zijn werknemers overkwam op de werkvloer. De uitspraak is op 14 september 2023 gepubliceerd en kunt u hier teruglezen.

Feiten

Verzoekster is sinds 8 december 2021 werkzaam bij een vleesbewerkingsbedrijf in de functie van vleesbewerker. Op 16 februari 2022 is zij tijdens het uitoefenen van haar werkzaamheden gewond geraakt aan haar rechterarm. Verzoekster stelt dat zij aan het werk was met een collega, die aan haar rechterzijde stond. Op een gegeven moment stond deze collega omgedraaid te praten met iemand anders, terwijl verzoekster vlees aan het snijden was. Vervolgens kwam de collega terug, draaide zij zich richting verzoekster en sneed zij verzoekster daarbij met haar mes in de rechterarm, aldus verzoekster. De werkgever van verzoekster betwist de toedracht van het incident: volgens haar was het juist verzoekster die zich op enig moment omdraaide en zichzelf daarbij ‘prikte’ aan het mes van haar collega. De rechtbank gaat desondanks voor de beantwoording van de vraag of de werkgever aan haar zorgplicht tegenover verzoekster heeft voldaan, uit van de door verzoekster geschetste toedracht.

Rechtsvraag

In casu rijst de vraag of de werkgever jegens verzoekster aansprakelijk is voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade. De rechtbank beoordeelt de aansprakelijkheid van de werkgever aan de hand van artikel 7:658 BW.

Artikel 7:658 lid 1 BW eist een hoog veiligheidsniveau van de werkruimte, werktuigen en gereedschappen en van de organisatie van de betrokken werkzaamheden. Een werkgever is gehouden die maatregelen te treffen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om ongevallen die zich bij de uitoefening door de werknemer van de werkzaamheden zouden kunnen voordoen, te voorkomen. Dit behelst de zogenoemde zorgplicht van de werkgever.

Op grond van artikel 7:658 lid 2 BW is de werkgever aansprakelijk tegenover de werknemer voor de schade die hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de werkgever aantoont dat hij aan de in artikel 7:658 lid 1 BW genoemde zorgplicht heeft voldaan (of de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, maar dat is in deze zaak niet gesteld).

Artikel 7:658 BW houdt een ruime zorgplicht in. Niet snel kan worden aangenomen dat de werkgever daaraan heeft voldaan en dus niet aansprakelijk is voor door de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden geleden schade. Welke (veiligheids-)maatregelen van de werkgever mogen worden verlangd en op welke wijze hij de werknemer moet instrueren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Oordeel rechtbank

Tussen partijen is niet in geschil dat verzoekster schade heeft geleden in het kader van de uitoefening van haar werkzaamheden. Derhalve moet worden beoordeeld of de werkgever heeft voldaan aan haar zorgplicht in de zin van artikel 7:658 lid 1 BW. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de werkgever onvoldoende onderbouwd dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Daarvoor acht de rechtbank het volgende van belang:

-     De werkgever heeft niets in het geding gebracht waaruit blijkt welke beschermingsmiddelen aan werknemers ter beschikking worden gesteld (behoudens de ijzeren handschoen die ter zitting getoond heeft) en welke instructies zij voorafgaand aan de werkzaamheden krijgen. De rechtbank kan zodoende niet controleren of de werkgever afdoende beschermingsmiddelen ter beschikking heeft gesteld aan verzoekster;

-     De werkgever heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit de situatie ter plaatse blijkt. De omstandigheden waaronder verzoekster haar werkzaamheden moest verrichten, inclusief eventuele waarschuwingsborden, zijn derhalve niet te controleren. De werkgever stelt dat er voldoende afstand tussen de medewerkers bestaat, maar dit blijkt verder nergens uit. In de pleitnota wordt door de advocaat van de werkgever een minimale tussenafstand van dertig centimeter genoemd, maar dit is onvoldoende onderbouwd. Nog los van het voorgaande komt een minimale tussenafstand van dertig centimeter de rechtbank niet veilig voor. Een dergelijke afstand tussen twee medewerkers kan niet veilig worden geacht in een omgeving waar met scherpe messen gewerkt wordt, aldus de rechtbank.

-     De werkgever voert tot slot nog aan dat het incident niet zou zijn voorkomen als zij wel aan haar zorgplicht had voldaan, maar daar volgt de rechtbank haar niet in. De werkgever heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat zij redelijkerwijs al het mogelijke heeft gedaan om ongevallen als hier aan de orde te voorkomen en dat in deze zaak sprake is van een dermate ongelukkige samenloop van omstandigheden dat van haar niet kan worden verwacht dat zij haar medewerkers daartegen beschermt.

Gezien het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat de werkgever niet heeft voldaan aan haar zorgplicht in de zin van artikel 7:658 lid 1 BW en dat zij op grond van 7:658 lid 2 BW jegens verzoekster aansprakelijk is voor het ongeval.

Conclusie

De uitspraak van de Rechtbank Rotterdam illustreert opnieuw: indien een werknemer een ongeval overkomt tijdens het werk, kan de werkgever niet snel aan de aansprakelijkheid ontkomen. Is u zelf een ongeval overkomen tijdens het werk en heeft u daarbij letsel opgelopen? Neem gerust contact op met een van onze advocaten!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *