De gemeente Amsterdam is tóch aansprakelijk voor een fatale duik in het ondiepe

De rechtbank Amsterdam wees op 31 maart 2022 de aansprakelijkheid van de gemeente Amsterdam af voor de schade die is ontstaan door een duikongeval. In haar uitspraak van 21 februari 2024 komt de rechtbank op deze eerdere beslissing terug vanwege nieuwe informatie.

Feiten en omstandigheden

Op 15 juni 2020 nam het slachtoffer een duik van de kade van de Bogortuin in Amsterdam. De Bogortuin ligt aan de IJhaven. De IJhaven is omgeven met een gebouw, de kade van de Bogortuin en terrassen. De terrastreden gaan van hoog naar laag het water in. Hierdoor is het water in de IJhaven voor een gedeelte ondiep. Het slachtoffer is in het ondiepe gedeelte van het water terechtgekomen. Hij is daarbij ‘head first’ te water gegaan. Hierdoor heeft het slachtoffer letsel opgelopen: een lage dwarslaesie, verbrijzelde wervels, meerdere ribfracturen, een fractuur van zijn schouderblad, een klaplong en een hoofdwond. Ten gevolge van het ongeval is hij hulpbehoevend. Hij zit in een rolstoel en heeft een hulphond.

Het slachtoffer stelt de gemeente aansprakelijk op grond van artikel 6:162 (onrechtmatige daad) en artikel 6:174 (gebrekkig opstal). De gemeente zou onrechtmatig hebben gehandeld door onvoldoende te waarschuwen voor de gevaren van het duiken in het ondiepe water. Daarnaast zou de combinatie van de kade met de betonnen plaat die in het water ligt een gebrekkig opstal vormen, omdat sprake is van ondiep water waarin publiekelijk wordt gezwommen, terwijl dit ondiepe gedeelte niet zichtbaar is vanaf de kade.

In een deelgeschil oordeelt de rechter op 31 maart 2022 eerst dat de gemeente niet aansprakelijk is. Het slachtoffer komt echter met nieuwe informatie. Hieruit zou blijken dat de rechtbank in de deelgeschilbeschikking de feiten verkeerd heeft gewaardeerd en geïnterpreteerd en een onjuist beeld heeft gekregen van de gevaarlijke situatie ter plaatse. De rechter is bevoegd een eindbeslissing te heroverwegen als hem is gebleken dat die eindbeslissing berust op een onjuist juridische of feitelijke grondslag en handhaving van deze onjuiste lezing zou leiden tot een einduitspraak waarvan hij overtuigd is dat deze ondeugdelijk is. In de uitspraak van 21 februari 2024 komt de rechtbank tot een heroverweging en gaat opnieuw de Kelderluik-criteria af aan de hand van de nieuwe informatie.

Kelderluik-criteria

Aan de hand van de Kelderluik-criteria die in de rechtspraak zijn ontwikkeld, kan er een afweging worden gemaakt of iemand aansprakelijk is voor het in het leven roepen van een gevaarlijke situatie. Aan de hand van een aantal criteria wordt beoordeeld of er sprake is van gevaarzetting:

  1. De waarschijnlijkheid dat de vereiste onoplettendheid en voorzichtigheid niet in acht wordt genomen.
  2. De kans dat uit de onoplettendheid en onvoorzichtigheid ongevallen ontstaan.
  3. De ernst van de gevolgen bij een ongeval.
  4. Hoe bezwaarlijk was het om voorzorgsmaatregelen te nemen die het ongeval hadden kunnen voorkomen?

Toetsing aan de Kelderluik-criteria door de rechtbank

Gevaarlijke situatie

De vraag is of de gemeente een situatie in het leven heeft geroepen die bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is. Het ondiepe deel in het water bij de Bogortuin is op zichzelf niet gevaarlijk. Het gaat over een klein deel ondiep water. Het gevaar doet zich voor als iemand in het ondiepe deel duikt of springt. De bodem van het ondiepe deel is niet altijd zichtbaar. Doordat de gemeente de Bogortuin als wildzwemplek beschouwt – een plek waar je mag zwemmen – en deze ook als zodanig (direct of indirect) promoot en ook faciliteert, heeft zij een situatie in het leven geroepen die bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is.

Gedrag bezoekers, kans op ongevallen & ernst van de gevolgen

Uit de overgelegde stukken blijkt volgens de rechtbank dat de gemeente op de hoogte moest zijn van het (massaal) springen en duiken van bezoekers vanaf de kade van de Bogortuin in het water. Dit moet zijn opgevallen. De gemeente dient daarom met onoplettend en onvoorzichtig gedrag van de bezoekers rekening te houden. De kans dat uit dat gedrag ongevallen ontstaan wordt in dit voor publiek toegankelijk, zomerse dagen drukbezochte gebied, groot geacht. Het duiken of springen in ondiep water kan zeer ernstige gevolgen hebben.

Is het nemen van veiligheidsmaatregelen bezwaarlijk?

De gemeente was verplicht om bij de Bogortuin veiligheidsmaatregelen te treffen om een gevaarlijke situatie te voorkomen, nu de onoplettendheid en onvoorzichtigheid van de bezoekers voorzienbaar was. De gemeente had moeten waarschuwen voor het ondiepe water. Het treffen van een dergelijke maatregel (dieptes ter plaatse aangeven met pictogrammen of borden) is niet bezwaarlijk en kan van de gemeente worden gevergd.  Als er ten tijde van het ongeval een waarschuwingsbord had gestaan bij het ondiepe deel van het water, is het aannemelijk dat het slachtoffer besef had gehad van het gevaar en de duik niet had gemaakt. Het zien van een waarschuwingsbord voor ondiep water op de plek waar iemand wil duiken, geeft een onmiddellijk besef van de gevaarlijkheid van het duiken.

Eigen schuld en billijkheidscorrectie

De rechtbank oordeelt dat het slachtoffer voor de helft (50%) eigen schuld heeft aan het ongeval. Hij is zonder dat hij zich heeft vergewist van de diepte van het water, het water in gedoken. Hij had eerst moeten kijken hoe diep het water was omdat de bodem van het water niet zichtbaar was en het geen officiële zwemlocatie was. Het slachtoffer heeft dus in belangrijke mate bijgedragen aan het ongeval. Hij heeft niet de voorzichtigheid betracht, die hij in acht had moeten nemen.

Wel wordt er nog een billijkheidscorrectie toegepast. De omvang van de aansprakelijkheid van de gemeente wordt niet op 50%, maar op 80% vastgesteld. Dit heeft te maken met de aard en de ernst van het blijvend letsel dat het slachtoffer op 29-jarige leeftijd heeft opgelopen en met het feit dat de gemeente is verzekerd voor dergelijke schade.

Conclusie

De rechtbank komt tot de conclusie dat de gemeente Amsterdam onrechtmatig, want gevaarzettend en in strijd met de zorgplicht heeft gehandeld tegenover het slachtoffer. Op de gemeente rustte de zorgplicht om het slachtoffer te waarschuwen voor het ondiepe deel in het water bij de Bogortuin. De gemeente dient 80% van de te lijden materiële en immateriële schade te vergoeden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *