Bij beroepsziektes zijn deskundigen leidend

Dagelijks komen vele werknemers in Nederland in aanraking met gevaarlijke stoffen. Hoewel werkgevers wordt verplicht om maatregelen te nemen om schade wegens deze blootstelling zo veel als mogelijk te voorkomen, komt het helaas geregeld dat werknemers letselschade oplopen wegens hun werkzaamheden. In de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, te raadplegen via deze link, wordt uitgelegd wat een werknemer moet bewijzen om de werkgever hiervoor aansprakelijk te houden.

Wat is er gebeurd?

De werkgever betreft TotalEnergies. TotalEnergies is een onderneming die industriële smeervetten produceert. Die fabriek wordt ook wel ‘de vetfabriek’ genoemd. Het slachtoffer in deze zaak werkte als sinds 28 mei 1979 bij de vetfabriek. In februari 2018 werd de werknemer ziek. In oktober 2018 is bij hem longkanker vastgesteld. De werknemer is helaas in 2022 aan de longkanker overleden.

Door de werknemer, en nu door zijn erfgenamen, wordt gesteld dat het slachtoffer de longkanker heeft opgelopen wegens de werkzaamheden in de vetfabriek. Daar werd hij namelijk intensief en langdurig blootgesteld aan damp van verhitte olie en vetten, en daardoor ook aan zogenoemde polycyclische-aromatische koolwaterstoffen (hierna ook te noemen: PAK’s). Volgens de deskundige van het slachtoffer leidt de blootstelling aan PAK’s (zonder goede beschermingsmiddelen) gedurende meerdere jaren en gedurende korte periodes al tot een sterk verhoogd risico op het ontstaan van longkanker. Ook meent de deskundige aan het type longkanker te kunnen vaststellen dat de blootstelling aan PAK’s verantwoordelijk is voor het ontstaan van de longkanker en niet een andere factor (zoals bijvoorbeeld roken of botte pech).

TotalEnergies daarentegen geeft aan dat niet vaststaat dat de werknemer gedurende zijn werkzame leven is blootgesteld aan (genoeg) PAK’s en dat de longkanker juist is ontstaan door het roken van de werknemer. Ook TotalEnergies onderbouwt dit standpunt met rapporten van deskundigen.

Juridisch kader beroepsziektes

Op grond van artikel 7:658 BW is een werkgever verplicht de werkplek waar de arbeid wordt verricht op zodanige wijze in te richten en te onderhouden, en voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken, als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Dit wordt de ‘zorgplicht’ van de werkgever genoemd. Als de werkgever niet aantoont dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, is hij aansprakelijk voor de schade die de werknemer wegens zijn werk oploopt.

De werknemer moet wel kunnen bewijzen dat hij zijn schade heeft opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden. Dat kan bij beroepsziektes lastig zijn. Voor longkanker geldt bijvoorbeeld dat ook mensen die niet worden blootgesteld aan PAK’s longkanker krijgen. Dat het slachtoffer is overleden aan longkanker betekent dus niet direct dat er een onrechtmatige blootstelling aan PAK’s was.

Daarom is de juridische regel vastgesteld dat werknemers die claimen een beroepsziekte te hebben opgelopen 1) moeten bewijzen dat zij de werkzaamheden hebben moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, maar ook 2) aannemelijk moeten maken dat hij lijdt aan gezondheidsklachten die daardoor kunnen zijn veroorzaakt. Dat de gezondheidsklachten kunnen worden veroorzaakt door de schadelijke werkomstandigheden moet wel een enigszins stevig verband inhouden. Als het verband tussen de gezondheidsschade en de werkomstandigheden te onzeker of onbepaald is, dan gaat het niet op. Maar als de werknemer dit aannemelijk kan maken en kan bewijzen dan mag de rechter vermoeden dat de gezondheidsschade van de werknemer is veroorzaakt door de omstandigheden waarin deze zijn werkzaamheden heeft verricht. Het is dan aan de werkgever om dit vermoeden te ontzenuwen.

De invloed van deskundigen

Een rechter, maar ook de advocaten van het slachtoffer en TotalEnergies, zijn alleen juristen. Het is voor hen onmogelijk om vast te stellen of:

  1. Bij het werk van het slachtoffer PAK’s in de lucht zijn gekomen;
  2. In welke mate die PAK’s in de lucht zijn gekomen;
  3. Of deze mate van PAK’s schadelijk is voor de gezondheid;
  4. Of het aannemelijk is dat de blootstelling van PAK’s zoals het slachtoffer dit heeft ervaren kan leiden tot longkanker.

 

Deze vragen zijn geen juridische vragen, maar medische, biologische en arbeidsgerelateerde vragen. Voor het beantwoorden daarvan is de rechter afhankelijk van artsen, toxiologen of arbeidshygiënisten. In deze zaak zijn er deskundige specialisten ingeschakeld door de partijen, maar die geven allemaal een tegenovergesteld antwoord op de vraag of er sprake was van een relevante blootstelling en of daar de longkanker door is ontstaan. Omdat de rechter wegens zijn gebrek aan inhoudelijke kennis niet kan beoordelen welk rapport de juiste is, besluit de rechter een onafhankelijke deskundige in te schakelen.

Conclusie

Een werknemer moet bewijzen dat hij “in de uitoefening van de werkzaamheden” (letsel)schade heeft opgelopen. Maar bij beroepsziektes treedt de schade vaak sluimerend in én speelt het probleem dat vele ziektes meerdere oorzaken kunnen hebben (waaronder gewoon botte pech). Werknemers ervaren daarom bewijsproblemen bij het bewijzen dat zij de schade wegens hun werk hebben opgelopen. Om die reden is er een juridische regel opgesteld zodat werknemers alleen moeten bewijzen dat zij zijn blootgesteld aan een relevante hoeveelheid van schadelijke stoffen/werkzaamheden en aannemelijk moeten maken dat hun ziekte daardoor is ontstaan. Maar wie dat beoordeelt? Dat is de deskundige en niet de rechter.

Vermoedt u dat u leidt aan een beroepsziekte? Neem dan vooral contact met ons op via 073 – 690 08 88 of info@jba.nl. Samen bespreken wij de mogelijkheden om uw werkgever hiervoor aansprakelijk te stellen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *