Alcoholuitsluiting in WAM-polis

Vorig jaar heeft Hoge Raad een uitspraak gewezen over het beroep van een verzekeraar op een alcoholuitsluiting in de WAM-polis. Klik hier voor de uitspraak. In deze zaak ging het om een bestuurder die met 15 tot 20 glazen bier op in zijn auto is gaan rijden en op een andere auto voor hem is gebotst. De bestuurder was ten tijde van het ongeval verzekerd bij verzekeringsmaatschappij TVM. De volgende polisbepaling van de afgesloten verzekering was in deze zaak van belang:

Artikel 4. Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten: (…)
4.9: ‘De schade of het ongeval, welke met opzet, voorwaardelijk opzet of goedvinden van een verzekerde is veroorzaakt.’

Direct na het ongeval hebben de bestuurder en het slachtoffer van het verkeersongeval het aanrijdingsformulier ingevuld. De bestuurder heeft daarop ingevuld dat hij alcohol op had. De politie kwam ter plaatse. In het proces-verbaal van de politie is het ademanalyse onderzoek opgenomen. Hieruit bleek dat de bestuurder te veel alcohol had gedronken.

TVM heeft aan het slachtoffer van het verkeersongeval, die fors letsel had opgelopen, een schadevergoeding betaald van ongeveer € 25.000,00. In de polisvoorwaarden is opgenomen dat TVM de schade zal verhalen op de verzekerde (de bestuurder), op grond van artikel 15 WAM, wanneer aan een benadeelde (in dit geval dus het slachtoffer) een uitkering uitgekeerd wordt van een schade waarvoor op grond van de polis geen dekking bestaat.

TVM vordert op grond van deze bepaling van verweerder het bedrag van € 25.000,00, vermeerdert met rente en kosten. TVM legt aan haar vordering ten grondslag dat er sprake is van voorwaardelijk opzet en dat daarom artikel 4.9 van de polisbepaling van toepassing is.

De rechtbank en het hof aan het woord

De rechtbank heeft de vorderingen van TVM grotendeels toegewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen afgewezen.

Het hof heeft overwogen dat in de toepasselijke polisvoorwaarden voorwaardelijk opzet wel is uitgesloten van dekking, maar dat de polisvoorwaarden géén zogenoemde alcoholclausule bevatten waarin schade als gevolg van het rijden onder invloed van alcohol van dekking is uitgesloten. Het hof zoekt hierbij aansluiting bij het arrest van de Hoge Raad van 13 januari 2006. De Hoge Raad heeft in dit arrest geoordeeld dat niet kan worden gezegd dat het algemene publiek dat een WAM-verzekering afsluit, ervan op de hoogte dient te zijn dat veelal in WAM-verzekeringen schade waarbij alcohol in het spel is, wordt uitgesloten van dekking.

Op grond van bovenstaande oordeelt het hof dat de bestuurder dus niet had hoeven begrijpen dat de door hem veroorzaakte schade van dekking onder de WAM-verzekering was uitgesloten. De vordering van TVM wordt afgewezen.

De Hoge Raad denkt hier anders over

De vraag die beantwoord moet worden is of de bestuurder bij het sluiten van de WAM-verzekering had moeten begrijpen dat schade veroorzaakt door voorwaardelijk opzet, zoals het drinken van alcohol, was uitgesloten in de WAM-polis.

Het hof heeft in deze zaak aansluiting gezocht bij het eerder genoemde arrest van 13 januari 2006. De Hoge Raad vindt dat dit arrest van 13 januari 2006 in het onderhavige geval niet volstaat. De Hoge Raad zoekt aansluiting bij het arrest van 20 februari 2004. Dit arrest komt er – kort gezegd – op neer dat bij de uitleg van een schriftelijk contract (bijv. een polis) niet alleen gekeken dient te worden naar de taalkundige betekenis van het contract. Beslissend zijn alle omstandigheden van het concrete geval.

Voorwaardelijk opzet

De bestuurder had 15 tot 20 glazen bier gedronken en is vervolgens achter het stuur gekropen. In dit geval was er aan de zijde van de bestuurder dus sprake van voorwaardelijk opzet. Van voorwaardelijk opzet is sprake als de ‘dader’ zich willens en wetens blootstelt aan de aanmerkelijke kans dat het handelen (of nalaten) tot een bepaald gevolg zal leiden. Anders gezegd: de aanmerkelijke kans op schade wordt willens en wetens aanvaard.

In de polis stond echter geen expliciete omschrijving van het voorwaardelijk opzet. Daarmee ontbrak er dus een specifieke alcoholuitsluiting. Toen in 2000 een nieuwe opzetuitsluiting voor de aansprakelijkheidsverzekering werd geformuleerd door het Verbond van Verzekeraars werd aan hen wel geadviseerd een expliciete uitsluiting voor schade als gevolg van alcohol op te nemen om de discussie – zoals in het onderhavige geval – te voorkomen.

In dit geval was er sprake van een uitgesloten vorm van voorwaardelijk opzet (in zijn algemeenheid). De Hoge Raad acht voor de beoordeling alle omstandigheden van het geval beslissend, met name ook de door TVM ingeroepen omstandigheden van het geval. Ondanks dat er in dit geval dus geen specifieke alcoholuitsluiting was opgenomen, had het hof, aldus de Hoge Raad, niet mogen volstaan met het oordeel dat TVM geen beroep toekomt op de uitsluitingsclausule. TVM mag de uitbetaalde schade aan het slachtoffer dus verhalen op de dronken bestuurder.

Contact

Bent u het slachtoffer van een verkeersongeval, hebt u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073-6900888, stuur een facebookbericht, of stuur een e-mail naar info@jba.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *