adorable scotish fold cat meowning and yawning, sitting on pink background

Aansprakelijkheid voor (zwerf)dieren

adorable scotish fold cat meowning and yawning, sitting on pink background

We hebben het in een eerder artikel al eens gehad over de aansprakelijkheid van bezitters voor dieren. In dat artikel ging het om de uitleg van de tenzij-clausule. In dit artikel zal de definitie van ‘bezitter’ worden besproken. De bezitter is immers  aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade (indien de tenzij-clausule niet van toepassing is). Wie is nu eigenlijk de bezitter van een dier? In recente jurisprudentie werd door het Hof Den Haag nadere uitleg gegeven over definitie van ‘bezitter’. We bespreken hieronder de jurisprudentie in dit verband. Klik hier voor de uitspraak van het Hof Den Haag.

De casus

Op 26 mei 2015 is een man op zijn fiets ter hoogte van de woning van een echtpaar ten val gekomen na een botsing met een kat. De man is naar het ziekenhuis gebracht. Daar is geconstateerd dat de man zijn linkerbekken, een borstwervel en enkele rugwervels had gebroken. De kat is met de dierenambulance naar de dierenarts gebracht. De dierenarts heeft de kat onderzocht, geconstateerd dat deze zijn rug op drie plaatsen had gebroken en de kat een spuitje gegeven teneinde hem te laten inslapen. Het echtpaar is aansprakelijk gesteld door de man voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden. Het echtpaar heeft aansprakelijkheid afgewezen op grond dat zij niet als bezitter van de kat kunnen worden aangemerkt. Op grond van artikel 150 Rv volgt dat op de man de stelplicht en bewijslast rust om aan te tonen dat het echtpaar bezitter is van de kat.

Bezit

De man moet dus bewijzen dat het echtpaar bezitter is van de kat. Bezit wordt gedefinieerd in artikel 3:113 BW. Wil men als bezitter van een dier kunnen worden aangemerkt, dan moet men het dier in bezit hebben genomen door zich de feitelijke macht over het dier te verschaffen. Deze machtsuitoefening moet van dien aard zijn dat dit naar verkeersopvatting en op grond van uiterlijke feiten als bezit kan worden gekwalificeerd (artikel 3:108 BW). Artikel 6:181 lid 1 BW bewerkstelligt een verschuiving van de aansprakelijkheid van de bezitter naar degene die het dier gebruikt in uitoefening van zijn bedrijf. Indien het dier wordt gebruikt voor bedrijfsmatige uitoefening (artikel 6:181 lid 1 BW), waarbij gebruik wordt uitgelegd als ‘beheren/houden van’, rust de aansprakelijkheid op degene die het bedrijf uitoefent. Deze laatste grond, dus in het geval het dier in bedrijfsmatige uitoefening wordt gebruikt, behelst geen tweede, maar een alternatieve aansprakelijkheidsgrond. De aansprakelijkheid berust dus of wel op de bezitter of wel op degene die het bedrijf uitoefent waarin het dier gebruikt wordt (HR Paard Loretta).

Artikel 6:179 is niet van toepassing op in het wild levende dieren, nu daarvan geen bezitter kan worden aangewezen.

Wat moet worden bewezen?

Ten aanzien van de inbezitneming van een dier, in dit geval een zwerfkat, stelt de rechter dat het daarbij om meer moet gaan dan enkel het zich aantrekken van het lot van een zwerfkat. Er moet sprake zijn van feiten en omstandigheden die erop wijzen dat de kat deel is gaan uitmaken van het huishouden van de betrokken personen. Daarbij is onder andere relevant of de kat duurzaam word verzorgd (denk hierbij aan dierenartsbezoeken, ontvlooien, ontwormen, eten en drinken geven en het treffen van voorzieningen voor de kat tijdens (langere) afwezigheid).

Wat hebben partijen aangevoerd?

Ter onderbouwing van zijn betoog wees de man onder andere op de volgende omstandigheden: de kat rende voorafgaand aan het ongeval naar het woonhuis van het echtpaar; na het ongeval bekommerde het echtpaar zich niet om de man, maar over de kat, die zij naar binnen droeg, haar eigen huis in; de dochter van het echtpaar kwam na het ongeval naar buiten en werd boos omdat de man de kat had aangereden; het echtpaar heeft de kosten van de dierenarts voor zijn rekening genomen; de dierenarts heeft contact gehad met het echtpaar over wat er moest gebeuren met de kat; en het echtpaar heeft besloten de kat verder te laten onderzoeken; de deur van het echtpaar stond altijd open en de kat was meermaals in de woning te vinden; de dochter van het echtpaar heeft de kat een naam gegeven.

Het echtpaar heeft aangevoerd dat ze de kat geen onderdak hebben geboden, ze geen kattenluik hebben, de kat niet hebben laten ontvlooien of ontwormen of naar de dierenarts gebracht hebben en de kat niet dagelijks gevoerd werd evenmin dat het echtpaar voorzieningen heeft getroffen voor de kat als zij met vakantie gingen. 

Het Hof

De man heeft een groot aantal concrete feiten en omstandigheden gesteld, maar hieruit kan volgens het Hof niet in overtuigende mate worden geconcludeerd dat het echtpaar de kat duurzaam verzorgde en dat zij daarmee op enig moment het bezit zou hebben genomen van de kat. Het grote deel van hetgeen het echtpaar heeft aangevoerd betreft betwistingen van het verweer van het echtpaar. Dit terwijl het op de weg ligt van de man (die zich immers op de rechtsgevolgen beroept) om feiten en omstandigheden aan te dragen die zijn standpunt ondersteunen. De gestelde verweren zijn volgens het Hof onvoldoende om aan te nemen dat het echtpaar de kat op enig moment in  bezit heeft genomen.

Er kan hooguit uit worden afgeleid dat het echtpaar en dan met name de jongste dochter een zekere band heeft opgebouwd met de kat, die in de buurt was geboren en ook steeds in de buurt heeft geleefd. Dat wijst er echter niet op dat het echtpaar de kat voor zichzelf is gaan houden. Datzelfde geldt voor de omstandigheid dat het echtpaar na het ongeluk de kat onder zijn hoede heeft genomen en naar de dierenarts heeft laten brengen. De kat was niet in staat om te lopen. Dat onder die omstandigheden verantwoordelijkheid wordt genomen voor het welzijn van de kat betekent niet dat het echtpaar de kat voor zichzelf hield. Daarbij kan in het midden blijven of het echtpaar of de dierenarts de beslissing hebben genomen de kat te laten inslapen.

Conclusie

Het Hof beslist dat het echtpaar niet kan worden aangemerkt als bezitter van de zwerfkat.

Contact
Heeft u schade opgelopen door toedoen van een dier en vraagt u zich af of u uw schade kunt verhalen op de bezitter ervan? Neem dan vooral contact met ons op. Wij helpen u graag. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 073-6900888. Daarnaast kunt u ons een facebookbericht sturen of een e-mail naar info@jba.nl

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *