Deelgeschilprocedure: dierenarts raakt gewond tijdens noodslachting stier

De Rechtbank Gelderland heeft op 12 augustus jl. een uitspraak gepubliceerd inzake een mislukte noodslachting van een stier waarbij de dierenarts zelf letselschade oploopt. Kan de dierenarts de onderneming waartoe de stier behoort aansprakelijk houden voor de schade en is er sprake van eigen schuld? Graag bespreken wij in dit blog het antwoord van de deelgeschilrechter op deze vragen.

De kwestie

De verzoeker in deze kwestie betreft een dierenarts die praktijk houdt voor gezelschapsdieren, maar daarnaast ook als veearts in loondienst werkzaam is. Op 14 november 2016 heeft de dierenarts een noodslachting uitgevoerd bij een stier van meer dan 600 kg die niet meer op zijn poten kon staan en derhalve niet meer naar het slachthuis kon worden vervoerd. De noodslachting wordt uitgevoerd door een geladen schiettoestel op het voorhoofd van het dier te zetten en af te vuren, waardoor er een metalen pen in het hoofd van het dier schiet en deze bedwelmd of bewusteloos zou moeten raken. Het eerste schot van de dierenarts in kwestie had echter niet het gewenste effect, maar de stier bleef daarna wel rustig liggen. Tijdens het herladen van het schiettoestel op een paar meter afstand van de stier, richt de stier zich plotseling op, maakt een sprong en komt tegen het onderbeen van de dierenarts terecht, dat daarbij is gebroken. Het letsel is fors, want mede vanwege complicaties hebben er in totaal zeven operaties plaatsgevonden aan het been.

Deelgeschilprocedure

De dierenarts stelt de onderneming waartoe de stier behoort aansprakelijk voor het hem overkomen ongeval. De verzekeraar van de onderneming, Nationale-Nederlanden, wijst de aansprakelijkheid echter van de hand, waarop de dierenarts zich genoodzaakt ziet om de kwestie in een deelgeschilprocedure voor te leggen aan de rechtbank. De dierenarts baseert van zijn vordering op artikel 6:179 BW, waarin is neergelegd dat de bezitter van een dier aansprakelijkheid is voor de schade die het dier uit eigen energie aanricht. In combinatie met artikel 6:181 BW rust de aansprakelijkheid uit 6:179 BW op de bedrijfsmatige gebruiker van het dier, in dit geval de onderneming betreft waartoe de stier behoort.

In de procedure betoogt de onderneming onder andere dat artikel 6:179 BW niet van toepassing is, omdat het letsel niet een gevolg zou zijn van onberekenbaar gedrag na een juiste behandeling, maar van onberekenbaar gedrag na een onjuiste behandeling. Dit verweer wordt door de rechtbank van de hand gewezen. Uit eerdere rechtspraak volgt namelijk dat voor toepassing van artikel 6:179 BW niet van belang is of de behandeling wel of niet is verricht zoals van een redelijk handelend en bekwaam dierenarts mag worden verwacht. Ook gaat de rechtbank niet mee in de stelling dat de sprong geen uiting zou zijn van de eigen energie van de stier, maar een voorzienbaar gevolg van een niet goed uitgevoerde noodslachting. Nergens uit blijkt dat dierenarts de plotselinge sprong van de stier heeft verlangd. Hij wilde de stier juist bewusteloos schieten. Pas enige tijd nadat duidelijk is geworden dat het schot niet het beoogde effect heeft gehad, heeft de stier plotseling, spontaan en autonoom – dus uit eigen energie – onverwacht een sprong gemaakt. De rechtbank acht de onderneming als bedrijfsmatige gebruiker van de stier derhalve op grond van artikel 6:179 BW jo. 6:181 BW aansprakelijk voor de schade van de dierenarts.

Eigen schuld

Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat de onderneming aansprakelijk is jegens de dierenarts, rijst de vraag of er sprake is van eigen schuld aan de zijde van de dierenarts. Want, zo betoogt de onderneming, de dierenarts heeft niet goed geschoten, hij heeft de stier niet gefixeerd, hetgeen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) volgens de onderneming wel voorschrijft, en het uitvoeren van een noodslachting brengt risico’s met zich mee die de dierenarts vrijwillig en bewust heeft aanvaard.

Ten aanzien van het schieten oordeelt de rechtbank als volgt. Het enkele feit dat het schot inderdaad niet het beoogde effect heeft gehad, leidt niet per definitie tot de conclusie dat de dierenarts derhalve niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en bekwaam dierenarts mag worden verwacht. Daarnaast is van belang dat de dierenarts heeft aangevoerd dat ook bij zorgvuldig handelen de mogelijkheid bestaat dat het dier niet goed bewusteloos raakt. Zo kan bijvoorbeeld de voorhoofdsholte te groot zijn voor de pen, waardoor deze niet in de hersenpan terecht komt. De onderneming heeft volgens de rechtbank ook onvoldoende gemotiveerd dat de dierenarts niet zou hebben geschoten zoals van een redelijk handelend en bekwaam dierenarts mag worden verwacht.

Voor wat betreft het al dan niet fixeren van de kop van de stier staat vast dat dit niet is gebeurd. Het voorschrift van de NVWA hierover ziet er echter op dat het dier niet vlak voor het schieten het hoofd beweegt, waardoor er mis wordt geschoten. Hiermee wordt beoogd om onnodig dierenleed te voorkomen. Het voorschrift strekt derhalve niet ter bescherming van de dierenarts, althans, de onderneming heeft niet gemotiveerd waarom het voorschrift ook een civielrechtelijke norm is die de dierenarts zou moeten beschermen en derhalve aan volledige schadevergoeding in de weg kan staan. Bovendien blijkt uit foto’s dat er geen mogelijkheid tot fixatie was en de stelling dat de stier op een andere manier had kunnen worden gefixeerd, is niet nader door de onderneming onderbouwd.

Ook de stelling dat er sprake is van eigen schuld aan de zijde van de dierenarts omdat een noodslachting noodzakelijkerwijs risico’s met zich meebrengt, gaat in dit geval niet op. Het betreft een geneeskundige behandeling, waarbij de eigen energie van het dier juist zoveel mogelijk wordt vermeden. Daarbij is het een dermate uniek en onvoorzienbaar voorval, dat de dierenarts hier geen rekening mee behoefte te houden. Er is derhalve geen grond om aan te nemen dat het risico op de aan de dierenarts toegebrachte schade door hem zelf zou moeten worden gedragen. Kortom, ook deze stelling levert geen eigen schuld op en de rechtbank oordeelt dat de onderneming moet de schade van de dierenarts volledig vergoeden.

Contact

Dit blog is geschreven door Paulien Gossens. Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073-6900888, stuur een facebookbericht, of stuur een e-mail naar info@jba.nl.

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *