Uitglijden op een glad parkeerdek: eigenaar aansprakelijk

Op 24 oktober 2025 publiceerde de rechtbank Amsterdam een vonnis van een maand eerder in een bodemzaak. De procedure ging over de vraag of de eigenaar van een parkeerdek bij een winkelcentrum aansprakelijk was voor de schade van een ongeval op 17 januari 2023. Eisende partij was namelijk ten val gekomen bij het uitstappen van haar auto op het gladde parkeerdek. De rechtbank oordeelde dat de eigenaar inderdaad aansprakelijk was. De uitspraak is via deze link terug te lezen.

De casus

De procedure ging om het volgende. Eisende partij reed op 17 januari 2023 met haar auto naar het bovenste parkeerdek van een winkelcentrum. Het parkeerdek was op dat moment erg glad door ijsvorming. Bij het uitstappen van haar auto gleed eiseres weg met haar linkerbeen/voet terwijl haar rechterbeen nog bekneld zat in haar auto. Als gevolg hiervan brak zij haar rechterbovenbeen. Een medewerker die op dat moment op het complex bezig was met schoonmaakwerkzaamheden en gladheidsbestrijding zag het ongeval gebeuren en schoot eiseres te hulp. Hij had op dat moment de opdracht gekregen om zout te strooien in verband met de gladheid in de parkeergarage. Omdat hij door zijn voorraad heen was wachtte hij op het moment van het ongeval op een nieuwe levering zout.

Eiseres heeft de eigenaar van het parkeerdek aansprakelijk gesteld voor haar schade ten gevolge van dit ongeval. Zij moest namelijk na de val tien dagen in het ziekenhuis doorbrengen en moest daarna 5,5 week revalideren. Het bot in haar bovenbeen herstelde ook daarna niet volledig. De situatie was dusdanig dat eiseres niet opnieuw mocht vallen en haar rechterbovenbeen breken omdat er dan een grote kans zou zijn dat zij rolstoelgebonden zou raken. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de eigenaar van het parkeerdek wees de aansprakelijkheid af. Hierop is een dagvaardingsprocedure gestart om de aansprakelijkheid vastgesteld te krijgen.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank benadrukte in de uitspraak dat het tussen partijen vast staat dat eiseres is gevallen door uitglijden bij het uitstappen van haar auto. Als uitgangspunt in het aansprakelijkheid geldt, zo oordeelde de rechtbank, dat ieder zijn eigen schade draagt, hetgeen ook geldt bij uitglijden. Echter, uitzonderingen op deze regel doen zich in een zaak als deze voor wanneer er sprake is van een gebrekkig opstal (art. 6:174 BW) of wanneer er sprake is van onrechtmatige gevaarzetting (art. 6:162 BW).

De rechtbank oordeelde dat er in deze zaak inderdaad sprake was van onrechtmatige gevaarzetting, hetgeen betekende dat de eigenaar van het parkeerdek aansprakelijk is te houden voor de schade van eiseres. De rechtbank kwam tot die conclusie door het wegen van de zogenoemde Kelderluikcriteria, zoals de Hoge Raad die in het gelijknamige arrest van 5 november 1965 formuleerde. Volgens dit arrest moet in elk geval worden beoordeeld of degene die een gevaarlijke situatie veroorzaakt, rekening had moeten houden met het feit dat anderen mogelijk niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid betrachten en of er daarom veiligheidsmaatregelen hadden moeten worden genomen. Daarbij wordt gekeken naar de mate van waarschijnlijk dat de vereiste oplettendheid of voorzichtigheid ontbreekt, de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst van de mogelijke gevolgen daarvan en de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen (veiligheids)maatregelen. Deze factoren moeten, aldus de Hoge Raad en ook de rechtbank, in samenhang te worden beschouwd.

Toegepast op deze zaak oordeelde de rechtbank hierover het volgende. Volgens het weerbericht van 17 januari 2023 was het die dag enkele graden boven nul. De openbare wegen waren niet glad. Er was daarmee geen sprake van zichtbare gladheid en eiseres was als bezoeker van het winkelcentrum daarom ook niet bedacht op gladheid. De eigenaar van het parkeerdek was dit echter wel. Er was namelijk al meermalen door de winkeliers van het winkelcentrum geklaagd dat het parkeerdek spiegelglad was en er was verzocht om zout te strooien. Ook was er hierdoor al eerder een valpartij geweest op datzelfde parkeerdek op 10 januari 2023. Het risico op ongevallen was daarmee voor de eigenaar concreet en voorzienbaar, aldus de rechtbank. Uitglijden van een bezoeker kan ook tot ernstig letsel leiden, zoals in deze zaak ook bleek. Tegen die achtergrond, zo oordeelde de rechter, mocht het van de eigenaar van het parkeerdek verwacht worden dat zij maatregelen zou nemen om het gevaar weg te nemen of in elk geval te beperken. Zij was immers bekend met de gladheid op het parkeerdek op de dag van het ongeval maar had ook in de periode daarvoor al klachten ontvangen van winkeliers over de gladheid. De eigenaar had bovendien zelf ook de opdracht gegeven om te strooien, hetgeen bevestigt dat zij zich van het gevaar bewust was. Toen het zout op 17 januari 2023 op bleek te zijn had zij er dan ook niet voor mogen kiezen het parkeerdek zonder maatregelen open te laten voor bezoekers. Zij had het dek tijdelijk geheel of gedeeltelijk moeten afsluiten, bijvoorbeeld door pionnen, linten of hekken te plaatsen zodat bezoekers het gladde gedeelte niet konden betreden. Ook had zij waarschuwingsborden moeten plaatsen bij de in- en uitgangen. Die maatregelen waren eenvoudig te nemen en kosten weinig tijd en middelen. Door dit niet te doen heeft de eigenaar het risico op ongevallen onnodig laten voortbestaan, aldus de rechtbank. De eigenaar was dan ook aansprakelijk op basis van art. 6:162 BW. De aansprakelijkheid met betrekking tot gebrekkig opstal behoefde daarmee geen bespreking meer en kon volgens de rechtbank in de procedure ook nog niet worden vastgesteld omdat daarvoor nadere bouwkundige, technische en andere gegevens over de staat van het parkeerdek nodig waren.

Tot slot verwierp de rechtbank het beroep op eigen schuld van de eigenaar. Er was door eiseres, aldus de rechtbank, niet bewust een risico genomen of onvoorzichtig gehandeld omdat eiseres geen gladheid had gevoeld omdat zij rustig het parkeerdek op was gereden.

Daarmee was de eigenaar aansprakelijk en diende de volledige schade van eiseres vergoed te worden. De eigenaar en haar aansprakelijkheidsverzekeraar werden hierbij ook hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld.

Tot slot

Heeft u vragen over deze uitspraak of met een soortgelijke situatie te maken (gehad)? Neem dan contact met ons op via info@jba.nl.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *