Schade vanwege meegesleurd worden door tram
De rechtbank Den Haag heeft zich op 24 juni 2025 uitgesproken over de aansprakelijkheid van HTM Personenvervoer N.V. (hierna: HTM) na een ongeval waarbij een passagier met zijn voet tussen de deuren van een tram kwam en werd meegesleurd. De uitspraak is gepubliceerd op 4 juli 2025 en kunt u hier teruglezen.
Wat is er gebeurd?
In de nacht van 15 op 16 januari 2024 arriveerde de passagier op station Hollands Spoor en haastte hij zich naar de tram om nog mee te kunnen. Terwijl de deuren van de tram bijna gesloten waren, stak hij zijn linkervoet ertussen. De deuren sloten verder en de tram vertrok, waardoor de passagier maar liefst honderd meter werd meegesleurd en vervolgens ten val kwam. Hij liep onder andere letsel op aan zijn rechterbeen, rug en arm.
Het geschil
De passagier verzocht de rechtbank om HTM te veroordelen tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding. Hij stelde dat het veiligheidssysteem van de tram gebrekkig was en dat dat de trambestuurder niet voldoende had gecontroleerd of het vertrek veilig was.
HTM daarentegen betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat sprake was van eigen schuld: de passagier had bewust een lichaamsdeel tussen sluitende deuren gestoken, terwijl hij wist dat de tram op het punt stond te vertrekken. Hierdoor werkte het veiligheidssysteem van de tramdeuren niet naar behoren en daarom was het ongeval volledig te wijten was aan het eigen handelen van de passagier. De trambestuurder kan hierin geen enkel verwijt worden gemaakt, aldus HTM.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde, ondanks het verweer van HTM op dit punt, dat de handeling van de passagier als instappen in de zin van artikel 8:102 BW kwalificeerde. Daarom is de vervoerdersaansprakelijkheid van Boek 8 BW van toepassing.
De vervoerder is in beginsel aansprakelijk voor schade van de passagier, tenzij er sprake is van overmacht. (artikel 8:105 BW). Dat is het geval als de schade wordt veroorzaakt door een omstandigheid die de vervoerder niet kon voorkomen en waarvan hij de gevolgen niet kon verhinderen. Een vervoerder moet dus alles doen wat onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hem kan worden verwacht.
De rechter stelde vast dat het veiligheidssysteem tekortschiet, omdat uit de feiten blijkt dat het niet voorkomt dat een passagier met een voet beklemd raakt. Bovendien is het algemeen bekend dat mensen doorgaans proberen een trein of tram te halen door ledematen tussen de sluitende deuren te steken. De passagier had dit geprobeerd zonder daarbij – blijkens de camerabeelden – de deuren open te schoppen. Tot slot is het niet aannemelijk dat de trambestuurder de passagier en de getuige die hem probeerde te helpen niet kon zien in zijn spiegels toen hij wegreed.
HTM moet vanwege het niet risicoloze veiligheidssysteem de bestuurder extra laten controleren bij het wegrijden. Dat is in dit geval niet gebeurd. Een beroep van HTM op overmacht slaagde daarom niet. HTM is dus aansprakelijk. Wel achtte de rechter het handelen van de passagier in aanzienlijke mate verwijtbaar. Door zijn voet tussen de deuren te steken, heeft hij zelf bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval. Dit leidde tot een verdeling van de aansprakelijkheid: 50% voor rekening van HTM en 50% voor rekening van de passagier.
Het verzoek tot voorschot op schadevergoeding werd afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Wel kende de rechtbank een voorschot toe op de buitengerechtelijke kosten en stelde de proceskosten gedeeltelijk vast.
Conclusie
Deze uitspraak laat zien dat vervoerders een vergaande zorgplicht hebben om te voorkomen dat passagiers in gevaarlijke situaties terechtkomen, ook als het veiligheidssysteem technisch voldoet.
Tegelijkertijd benadrukt de rechtbank dat reizigers een eigen verantwoordelijkheid dragen en onvoorzichtig gedrag zwaar kan meewegen in de aansprakelijkheidsverdeling. Het inschakelen van juridische bijstand in dit soort kwesties is daarom van groot belang, zeker nu – in onze optiek – het percentage te hoog en te ongemotiveerd is vastgesteld op 50%.
Heeft u vragen over aansprakelijkheid bij ongevallen in het openbaar vervoer of over deelgeschilprocedures?
Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Dit kan via het telefoonnummer boven in beeld of door een e-mailbericht te sturen naar info@jba.nl.