Matroos loopt letsel op bij aanmeren van schip. Wie is aansprakelijk?

Op 13 mei jl. deed de Rechtbank Rotterdam uitspraak in twee gevoegde zaken waarin een matroos ernstig letsel had opgelopen bij het aanmeren van een duwboot. De vraag was wie er aansprakelijk kon worden gehouden voor zijn schade. De uitspraak kunt u hier teruglezen.

Wat was er aan de hand?

In maart 2015 was de matroos samen met een collega bezig met het aanmeren van een duwboot die beladen was met twee duwbakken. De matroos wilde hiertoe een meerdraad om een bolder op de kade leggen, zodat de draai van het schip kon versnellen en het schip op zijn plaats zou blijven. Door de grote kracht die op de draad stond is de bolder echter afgebroken. De kabel is daardoor als een zweep gaan werken en is tegen de matroos aangekomen, waardoor hij ernstig letsel heeft opgelopen.

Het geschil

De matroos vordert primair een verklaring voor recht dat zijn werkgever aansprakelijk is voor zijn volledige schade op grond van artikel 7:658 BW. Subsidiair vordert hij een verklaring voor recht dat zijn werkgever, het havenbedrijf (als erfpachter en verhuurster van de kadeverzieningen) en de exploitant (die een kade huurt van het havenbedrijf) voor het geheel, dan wel voor het aan hen toe te rekenen deel, aansprakelijk zijn voor zijn volledige schade.

De werkgever van de matroos meent dat het havenbedrijf en de exploitant aansprakelijk zijn op grond van onrechtmatige daad en vordert in conventie een vergoeding van de schade die hij heeft moeten maken ten gevolge van het ongeval. Het havenbedrijf wijst naar de werkgever en vordert in reconventie een verklaring voor recht dat de werkgever gehouden is om haar te vrijwaren van vorderingen van derden voortvloeiend uit het ongeval en een veroordeling van de werkgever tot betaling van al hetgeen het havenbedrijf gehouden is om aan derden te betalen ten gevolge van het ongeval.

De beoordeling

Allereerst gaat de rechtbank in op de vraag of de werkgever van de matroos aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW. Het gaat daarbij om de vraag of de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Vast komt te staan dat de matroos tijdens het ongeval in een gevarenzone op de boot stond, namelijk binnen de reikwijdte van de draad. Indien hij daar niet had gestaan, had het ongeval zich niet voorgedaan. Het is de vraag of de werkgever een verwijt treft van het feit dat de matroos in de gevarenzone stond tijdens het draaien van de boot. Die vraag wordt bevestigend beantwoord. Door niet te controleren of op een veilige manier werd gewerkt, heeft de werkgever zijn zorgplicht geschonden. Hij is derhalve aansprakelijk voor de volledige schade van de matroos.

Wat betreft de vordering van de werkgever in conventie oordeelt de rechtbank als volgt. In de procedure komt op basis van onderzoeken vast te staan dat de bolder niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen voor gebruik door de beroepsvaart. De bolder was namelijk verouderd en beschadigd en het havenbedrijf was hiermee bekend. Aan de hand van de Kelderluikcriteria voor gevaarzetting oordeelt de rechtbank dat het havenbedrijf maatschappelijk onbetamelijk heeft gehandeld doordat zij heeft nagelaten de bolder te verbeteren. Vast komt te staan dat de meerdraad is teruggeschoten doordat de bolder is afgebroken en dat de bolder is afgebroken doordat die als gevolg van slijtage en ouderdom ongeschikt was voor het gebruik dat ervan werd gemaakt. Hiermee is de aansprakelijkheid van het havenbedrijf op grond van onrechtmatige daad gegeven. Over de exploitant oordeelt de rechtbank dat, hoewel zij niet bekend was met de sterkte, veroudering en slijtage van de bolder, zij dit wel had moeten zijn met het oog op de veiligheid van de gebruikers ervan. Ook de exploitant is derhalve aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. De vordering in reconventie wordt afgewezen.

Conclusie

Nu zowel de werkgever als het havenbedrijf als de exploitant aansprakelijk is voor de schade van de matroos, moet de schade onderling worden verdeeld. De rechtbank ziet aanleiding om ieders bijdrage aan de schade gelijk te waarderen. De werkgever kan het deel dat ieder van hen aangaat verhalen op het havenbedrijf en de exploitant.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 073-6900888, of stuur ons een facebookbericht of een e-mail naar info@jba.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *