GBL wordt wet: een pleister op een houten been?

De Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) is opgesteld door De Letselschade Raad, en bevat tien gedragsregels voor allen die beroepsmatig zijn betrokken bij de behandeling van letselschadezaken. De GBL is in het leven geroepen omdat de afhandeling van letselschade in de praktijk vaak stroef en belastend verliep, juist op momenten waarop het slachtoffer (ook wel: benadeelde) al genoeg aan zijn hoofd had. De GBL legt de nadruk op morele waarden, transparantie en stelt consequent het belang van het slachtoffer voorop. Door naleving verloopt de schadebehandeling sneller en transparanter, wat het herstel van slachtoffers bevordert. De GBL draagt zo bij aan een deugdelijke, efficiënte en empathische behandeling van letselschadezaken.

Voor wie geldt de GBL?

De GBL is bestemd voor allen die beroepsmatig zijn betrokken bij de behandeling van letselschadezaken, zoals verzekeraars, belangenbehartigers, schaderegelaars, medisch adviseurs en arbeidsdeskundigen. De GBL geldt vooral bij zwaar letsel, maar ook lichte letselzaken worden afgehandeld in de geest van de GBL. Hoewel de GBL oorspronkelijk voor verkeersongevallen is opgesteld, geldt de GBL inmiddels breder. Bij situaties zoals bedrijfsongevallen of medische incidenten is toepassing pas mogelijk zodra dekking en aansprakelijkheid (deels) zijn vastgesteld. Tot die tijd wordt wel van een verzekeraar verwacht dat zij in de geest van de GBL handelt.

De gedragscode is bindend voor de leden van het Verbond van Verzekeraars en de organisaties in het Nationaal Keurmerk Letselschade van De Letselschade Raad. Voor anderen had naleving van de GBL een vrijwillig karakter.

Waarom verankering in de wet?

Hoewel de GBL nu op basis van zelfregulering wordt toegepast, is gebleken dat slachtoffers vaak ontevreden zijn over de voortgang en communicatie in hun zaak. Onderzoek van de Universiteit Utrecht toont aan dat langlopende schadeafhandelingen deels worden veroorzaakt door een gebrek aan voortvarendheid bij verzekeraars, wat bij slachtoffers tot veel frustratie leidt. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat de GBL niet altijd goed wordt nageleefd. Termijnen worden regelmatig niet gehaald, waardoor slachtoffers langer in onzekerheid verkeren. In de GBL zijn hier echter geen sancties voor opgenomen, zodat de naleving van de gedragsregels door een slachtoffer niet kan worden afgedwongen.

Daarom wordt een deel van de GBL nu wettelijk vastgelegd. Zo kunnen toezichthouders, zoals de Autoriteit Financiële Markten, hierop handhaven en wordt het vertrouwen in de schadeafhandeling versterkt. De toezichthouder kan indien nodig sancties treffen, waaronder het opleggen van bestuurlijke boetes.

De maatregel sluit aan bij de wens van de Tweede Kamer, zoals verwoord in de motie Van Nispen, om de kwaliteit van schadeafhandeling duurzaam te verbeteren. Daarmee wordt de positie van het slachtoffer versterkt en het vertrouwen in de sector hersteld.

De wettelijke verankering van de GBL is ook relevant voor assurantietussenpersonen. De tussenpersoon adviseert zijn klanten bij het kiezen van de juiste verzekering en sluit de verzekering ook namens de klant af. Door kennis te hebben van deze nieuwe regelgeving kunnen zij hun klanten, in het kader van hun informatieplicht, beter informeren over de termijnen, verplichtingen en gang van zaken.

Verankering regels GBL

Uit het Besluit Wijzigingsbesluit financiële markten 2024 blijkt welke regels in de wet worden verankerd. Dit besluit is op 9 december 2024 gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2024, 388). De regels worden opgenomen in het nieuwe artikel 35g van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo) en treden in werking op 1 juli 2025.

a. De verzekeraar bevestigt binnen twee weken na ontvangst van de aansprakelijkstelling schriftelijk dat deze is ontvangen.

b. Direct na de aansprakelijkstelling begint de verzekeraar met een onderzoek naar de aansprakelijkheid, afgestemd op de omstandigheden van het geval.

c. Binnen zes weken na inhoudelijke correspondentie van de benadeelde of belangenbehartiger volgt een reactie. Dit geldt ook voor een voorlopige of verklarende reactie als nog niet alle informatie beschikbaar is.

d. De verzekeraar moet binnen drie maanden een gemotiveerd voorstel tot schadevergoeding doen óf een gemotiveerde afwijzing geven met onderbouwing.

e. De verzekeraar zorgt voor minimaal één persoonlijk contact per jaar, ook als er een belangenbehartiger is, tenzij de benadeelde dat niet wil.

f. Uitbetaling van erkende of definitief vastgestelde schade (inclusief buitengerechtelijke kosten) binnen 14 dagen.

g. Als een letselschadezaak langer dan twee jaar duurt (of dreigt te duren), neemt de verzekeraar het initiatief tot overleg over de oorzaak, samen met de benadeelde en eventueel de belangenbehartiger.

Niet alle regels uit de GBL worden wettelijk verankerd. Regels die inhoudelijke beoordeling van een individuele letselschadezaak vereisen, zoals het vaststellen van een medische eindtoestand of een passende oplossing, blijven buiten beschouwing. Zulke civielrechtelijke of medische kwesties horen volgens de wetgever thuis bij de rechter of geschillenbeslechters en niet bij de bestuursrechtelijke toezichthouder. 

Conclusie

De wettelijke verankering van procedurele regels uit de GBL betekent voor slachtoffers een snellere en transparantere letselschadezaak. Verzekeraars worden verplicht zich aan deze regels te houden, waardoor slachtoffers beter geïnformeerd zijn en minder lang in onzekerheid verkeren. Voorheen ontbrak een afdwingbare basis, waardoor slachtoffers vaak te lang in onzekerheid verkeerden. Met deze wettelijke verankering komt daar nu hopelijk definitief een einde aan, wat bijdraagt aan een eerlijkere en efficiëntere letselschadeafhandeling. Tegelijkertijd zijn in de GBL  geen sancties opgenomen wanneer verzekeraar vastgelegde termijn alsnog niet nakomen, zodat de naleving van de gedragsregels door een slachtoffer niet kan worden afgedwongen. De tijd zal uitwijzen of de verankering in de wet daadwerkelijk meer zekerheid voor letselschadeslachtoffers gaat zijn of dat het achteraf ‘een doekje voor het bloeden’ of ‘een pleister op een houten been’ is.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *