De zoveelste procedure na dwarslaesie door motorongeval
Een deelgeschilprocedure is een procedure waarin – het woord zegt het al – een deel van een geschil kan worden voorgelegd aan de rechter. Bijvoorbeeld alleen de vraag of een verzekeraar aansprakelijk is voor een bepaald ongeval, of tot welk bedrag de immateriële schade vergoed dient te worden. Een deelgeschilprocedure kan echter worden gevolgd door een inhoudelijke bodemprocedure en daarna een hoger beroep. En zo kunnen procedures stapelen, zoals ook het slachtoffer van een verkeersongeval van 22 december 2016 meemaakte. Krijgt dit slachtoffer nu definitieve duidelijkheid over de vergoedingsplicht van een verzekeraar? Dat blijkt uit de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 30 september 2025.
Wat is er gebeurd?
Op 22 december 2016 vond een ongeval plaats op de A9, vlak voor de Wijkertunnel (vanuit de richting Amsterdam), ter hoogte van een verkeersregelinstallatie. Deze verkeersregelinstallatie voorziet erin dat het verkeer door middel van eerst een aantal matrixborden en vervolgens een verkeerslicht wordt tegengehouden als een te hoog voertuig de tunnel nadert. Vermoedelijk vanwege een te hoge vrachtauto zijn de matrixborden in werking getreden en een driekleurig verkeerslicht is eerst knipperend oranje, toen vast oranje en vervolgens rood licht gaan branden.
Een bestuurder van een Renault Megane heeft geremd en is tot stilstand gekomen. Het slachtoffer, die achter de Megane reed, heeft met het voorwiel van zijn motor de rechter achterkant van de Megane geraakt. Hierdoor kwam hij op de middelste rijstrook terecht en is vervolgens aangereden door een Ford Fiësta die achter hem reed en enkele tientallen meters over het wegdek gevlogen en/of gegleden. Het slachtoffer hield aan dit ongeval een dwarslaesie over en is blijvend rolstoelgebonden.
De Megane was verzekerd bij Achmea. De Fiësta bij National Academic.
Het slachtoffer verwijt de Fiësta bestuurder door rood te zijn gereden. Dit wordt betwist.
De procedures
Het slachtoffer heeft National Academic aansprakelijk gesteld en daarna in een deelgeschilprocedure betrokken. Op 6 december 2017 heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat de verzekeraar aansprakelijk was voor het ongeval. Het slachtoffer is vervolgens de inhoudelijke dagvaardingsprocedure gestart tegen zowel National Academic als Achmea en heeft de rechter gevraagd te oordelen dat beide verzekeraars aansprakelijk zijn en samen de schade van het slachtoffer moeten vergoeden. De rechtbank heeft in de dagvaardingsprocedure in een tussenvonnis beslist dat National Academic de schade voor 75% moet vergoeden. Immers zou ook het slachtoffer voor 50% hebben bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval omdat hij onvoldoende afstand hield tot de Megane, maar is zijn letsel zo erg dat dit gecorrigeerd moet worden (billijkheidscorrectie) naar een eigen draagplicht van 25%. Achmea hoefde de schade in het geheel niet te vergoeden. Na aktes bleef dit oordeel in het eindvonnis staan.
National Academic heeft tegen het eindvonnis van de rechtbank hoger beroep ingesteld. National Academic kan zich niet vinden in het oordeel van de rechtbank. Zij menen allereerst dat het slachtoffer niet heeft bewezen dat het verkeerslicht rood licht uitstraalde toen de Fiësta daar door heen reed. Ook is dat niet de oorzaak van het ongeval: het ongeval is ontstaan omdat het slachtoffer tegen de Megane aanreed en daarom plotseling op de rijbaan van de Fiësta terecht kwam. Tot slot hebben de regels over door rood licht rijden niet tot doel ongevallen zoals deze te voorkomen. Het doel is te voorkomen dat te hoge vrachtwagens door de tunnel rijden.
Omdat National Academic de procedure toch was gestart heeft het slachtoffer ook een vordering aan het Hof voorgelegd en wel om te oordelen dat National Academic 100% van zijn schade moet betalen.
Het definitieve oordeel
Het hof stelt voorop dat in het civiele recht niet nodig is dat een feit dat bewezen moet worden, onomstotelijk kan worden vastgesteld. Een redelijke mate van zekerheid volstaat (HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:182, NJ 2018/394). Naar het oordeel van het hof is met een redelijke mate van zekerheid komen vast te staan dat de Fiësta door het rode licht is gereden. Dit volgt uit een onderzoek van een onderzoeker van de rechtbank en verschillende getuigenverklaringen, waaronder die van de bestuurder van de Megane. Het Hof acht die verklaringen geloofwaardig en het rapport van de onderzoeker betrouwbaar vanwege hun deskundigheid. Dat de bestuurder van de Fiësta de verkeerslichten niet heeft gezien maakt haar juist onvoldoende onoplettend. Als zij was gestopt voor het verkeerslicht, had het verkeersongeval niet plaatsgevonden. Dat de verkeerslichten (alleen) de functie zouden hebben om te voorkomen dat te hoge voertuigen daar doorheen zouden rijden is een te beperkte uitleg van het recht. Verkeerslichten, ook bij een tunnel, waarborgen de verkeersveiligheid en gelden dus voor alle verkeersdeelnemers. Juist bij deze bijzondere locatie van de tunnel.
Wel is het zo dat de tweede ongeval kon plaatsvinden doordat het slachtoffer eerst de achterkant van de Megane raakte en op de middelste rijbaan terecht kwam. Dit had niet plaatsgevonden als het slachtoffer voldoende afstand tot de Megane had gehouden. Dat maakt dat het slachtoffer voor 50% heeft bijgedragen aan het ontstaan aan het ongeval. In het ernstige en omomkeerbare letsel van het slachtoffer ziet het Hof wel aanleiding om op gronden van billijkheid te beslissen dat het slachtoffer zijn schade ‘maar’ voor 25% zelf moet dragen.
Conclusie
De introductie van de deelgeschilprocedure maakt dat er gemakkelijker tot een procedure kan worden overgegaan. Immers hoeven niet alle aspecten van een zaak al duidelijk te zijn: men kan één onderdeel van het geschil voorleggen aan de rechter. Als dit onderdeel echter de aansprakelijkheid betreft kan hierna hetzelfde onderwerp nog eens dunnetjes worden overgedaan in een dagvaardingsprocedure, waarna hoger beroep kan volgen. Dit stapelen van procedures kost veel tijd, wat voor een slachtoffer erg belastend is. Voor het slachtoffer van dit ongeval betekende het dat er pas negen jaar na het ongeval een (voorlopig) definitieve beslissing over de aansprakelijkheid is gevolgd. Immers kan er nog steeds een appelschriftuur worden ingediend …
Meer weten?
Bent u het slachtoffer geworden van een verkeersongeval en wenst u bijstand bij het verhalen van uw schade op de automobilist of diens WAM-verzekeraar? Of heeft u een andere vraag? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek waarin wij concreet bespreken wat wij voor u kunnen betekenen. U kunt ons bereiken via 073-690088 of via info@jba.nl.