De bestuurder van een auto heeft geremd voor overstekende eenden. Nadat de auto stilstond is hij van achteren aangereden door de automobilist die achter hem zat. De bestuurder van de voorste auto verzoekt de rechtbank om de aansprakelijkheidsverzekeraar van de achterste auto volledig aansprakelijk te stellen voor de door hem geleden en nog te lijden schade. De aansprakelijkheidsverzekeraar Achmea vindt dat de bestuurder zelf verantwoordelijk is voor de botsing. Achmea stelt zich op het standpunt dat er is geremd zonder verkeersnoodzaak en wijst aansprakelijkheid van de hand. Mocht de rechter oordelen dat de verzekeraar wel aansprakelijk is, dan stelt zij dat er sprake is van 80% eigen schuld aan de zijde van de voorste bestuurder. De bestuurder van de voorste auto is het hier niet mee eens en stapt naar de Rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank deed op 18 juni 2025 uitspraak in deze kwestie . De uitspraak werd op 26 augustus 2025 gepubliceerd en kan HIER worden nagelezen.

De kwestie

Op 30 maart 2022 reed een bestuurder van een auto op een 80 km-weg buiten de bebouwde kom. De weg lag in een landelijke omgeving met akkers aan beide kanten van de weg en het was al donker buiten. Toen hij op enig moment iets voorop de weg in zijn kopkampen zag bewegen, heeft hij geremd. Vlak nadat hij zijn auto tot stilstand had gebracht, werd hij van achteren aangereden.

De automobilist van de voorste auto heeft de verzekeraar van de achterste auto (Achmea) aansprakelijk gesteld voor het ongeval. Hij voert aan dat hij voorafgaand aan de aanrijding de adviessnelheid van 60 km/u aanhield op een weg waar een maximumsnelheid van 80 km/u gold. Op het moment dat hij iets over de weg zag bewegen, heeft hij pulserend en beheerst geremd. Voor hem was op dat moment nog niet duidelijk dat het om overstekende eenden ging. Er bestond op dat moment voor hem een verkeersnoodzaak om te remmen.

Daarbij stelt de bestuurder van de voorste auto zich op het standpunt dat de bestuurder van de achterste auto zich niet hield aan de adviessnelheid van 60 km/h maar 80 km/h reed. Hij heeft zich dus niet aangepast aan de adviessnelheid en is door zijn hogere snelheid niet in staat geweest om adequaat te reageren en heeft dus niet op tijd kunnen remmen of uitwijken.

Achmea stelt zich op het standpunt dat de bestuurder van de voorste auto zelf verantwoordelijk is voor de aanrijding. De bestuurder van de achterste auto reed 80 km/h en heeft zich daarmee aan de maximumsnelheid gehouden. Daarbij stelt zij zich op het standpunt dat de auto beschikt over een adaptieve cruise control. Dat systeem geeft waarschuwingen als je te dicht op de auto van de voorganger zit en zorgt ervoor dat je continu voldoende afstand houdt tot je voorganger. Achmea stelt dat de voorste bestuurder niet pulserend/pompend heeft geremd, maar een noodstop heeft gemaakt en dat er op dat moment geen sprake was van een verkeersnoodzaak.

Achmea voert daarbij aan dat, mocht zij aansprakelijk worden gesteld, er sprake is van eigen schuld aan de zijde van de bestuurder van de eerste auto, waardoor 80% van de schade voor rekening van de voorste bestuurder komt.

Oordeel rechtbank

De rechtbank neemt als vaststaand aan dat de voorste auto voorafgaand aan het moment dat hij zijn rem-actie inzette, 60 km/h reed. Deze snelheid heeft hij zelf berekend met behulp van dashcambeelden en de reflectorpaaltjes langs de weg. Ook neemt de rechtbank aan dan de achterste bestuurder 80 km/h reed. Daaruit blijkt dat de achterste bestuurder aanzienlijk sneller reed dan de voorste bestuurder en hem naderde.

Rekening gehouden met achteropkomend verkeer vóór het remmen

Achmea stelt dat er voortdurend voldoende afstand tot de voorligger is gehouden. In dat geval mag worden aangenomen dat de bestuurder van de voorste auto, voordat hij begon te remmen, heeft gekeken naar het achteropkomend verkeer, heeft vastgesteld dat er voldoende afstand was en daarom veilig kon remmen. Dit neemt niet weg dat de bestuurder van de voorste auto rekening moest houden met zijn achterliggers, ongeacht het oordeel dat er een veilige afstand tussen de voertuigen was. Dit heeft hij, volgens de rechtbank, voldoende gedaan. Uit de dashcambeelden blijkt dat hij na het remmen nog enkele meters doorreed, voordat zijn auto tot stilstand kwam.

Onvoldoende afstand in de gegeven omstandigheden

Voor de achterste bestuurder geldt de norm dat hij zijn auto tot stilstand moet kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg waarop hij rijdt kan overzien. Daarbij moet hij rekening houden met de omstandigheden ter plaatse. De rechtbank wijst erop dat de aanrijding plaatsvond in het donker, op een landelijke weg met een adviessnelheid van 60 km/h, een bocht, een afslag en een naastliggend fietspad. De achterste bestuurder had beperkt zicht en moest rekening houden met plots remmende voorgangers, bijvoorbeeld vanwege overstekend verkeer of dieren. Dit soort situaties komen in dit type omgeving regelmatig voor, waardoor hij zijn rijgedrag daarop had moeten afstemmen. De rechtbank concludeert dat in de gegeven omstandigheden onvoldoende afstand is gehouden.

Over de adaptive cruise controle geeft de rechtbank aan dat het onduidelijk is gebleven in hoeverre dat systeem was ingeschakeld en hoe dat systeem precies werkt.

Geen eigen schuld

De rechtbank verwerpt het beroep van Achmea op eigen schuld en oordeelt dat de voorste bestuurder niet verwijtbaar heeft gehandeld. Hij remde reflexmatig voor een mogelijk gevaar op de weg, dat later overstekende eenden bleek te zijn. Omdat dit niet direct herkenbaar was, wijst de rechtbank het beroep op eigen schuld af.

Achmea is volledig aansprakelijk voor de schade van eiser als gevolg van het ongeval.

Conclusie

Bestuurders mogen remmen voor overstekende dieren en zijn in dat geval niet automatisch aansprakelijk voor de schade van een achteropkomend voertuig. De achterste bestuurder is zelf verantwoordelijk voor het houden van voldoende afstand en het voorkomen van een aanrijding.