Val in smeerkuil tijdens schoonmaken van een tractor

Op 6 april 2021 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een aansprakelijkheidskwestie over het vallen in een betonnen smeerkuil van 1,5 meter diep. De uitspraak kunt u hier teruglezen.

Wat is er gebeurd?

Tussen partijen staat vast dat het slachtoffer in deze zaak op 29 januari 2015 samen met zijn knecht op zijn erf een tractor aan het schoonmaken waren, toen de wederpartij langsreed en stopte voor een praatje. De wederpartij heeft vervolgens aangeboden om bij het reinigen van de tractor gebruik te maken van zijn hogedrukspuit.

Eenmaal op het erf van de wederpartij is de knecht begonnen met het schoonmaken van de tractor. Ondertussen spraken het slachtoffer en de wederpartij over de nieuw aangeschafte kiepwagen van de wederpartij.

Partijen zijn het er over eens dat zij bij de kiepwagen ongeveer twee minuten met elkaar gepraat hebben. De kiepwagen stond boven de betonnen smeerkuil, daarachter stond een shovel. Er lag een rooster op de smeerkuil maar dat lag gedeeltelijk onder de kiepwagen. Ook lag er een oliekarretje op de smeerkuil, dat zich gedeeltelijk onder de armen van de shovel bevond. Tussen het rooster en het oliekarretje zat een gat met een breedte van ongeveer 25 tot 40 centimeter. Verder maakte de loods een rommelige indruk en was deze redelijk verlicht.

Op enig moment heeft het slachtoffer om de kiepwagen heen willen lopen en is daarbij vrijwel direct tussen de kiepwagen en de shovel in de 1,5 meter diepe smeerkuil gevallen. Door de val heeft het slachtoffer zijn linkerpols gebroken en letsel aan zijn schouder opgelopen.

Oordeel van het hof

Het gerechtshof dient te oordelen over de vraag of de situatie zoals hierboven beschreven gevaarzettend is of niet. Ook dient het hof te oordelen over de vraag of vervolgens sprake is van eigen schuld of niet aan de zijde van het slachtoffer.

Het hof oordeelt dat deze situatie beoordeeld dient te worden aan de hand van het Kelderluikarrest. Het hof loopt de vereisten van het Kelderluikarrest in het arrest af en beslist dat de smeerkuil gevaarlijk is. Ook uit het feit dat de wederpartij in deze zaak zelf ter zitting heeft verklaard dat hij andere altijd even waarschuwt voor de kuil (‘denk er even om’), leidt het hof af dat de wederpartij de kuil zelf ook gevaarlijk vindt.

Mocht u de volledige motivering willen lezen, lees dan rechtsoverweging 4.4 t/m 4.6 in de hierboven geplaatste link.

Dan het oordeel van het hof over of er al dan niet sprake is van eigen schuld aan de zijde van het slachtoffer. De wederpartij stelt dat het slachtoffer zelf een fout heeft gemaakt door ofwel niet de vereiste oplettendheid te betrachten, ofwel door een misrekening te maken door op het oliekarretje dat zich op de smeerkuil bevond te gaan staan.

Het hof oordeelt dat op zichzelf juist is dat het slachtoffer niet in de smeerkuil zou zijn gevallen als hij niet om de kiepwagen heen zou hebben willen lopen. Het hof acht het echter niet onbegrijpelijk dat het slachtoffer om de kiepwagen nader te bekijken een of meer stappen opzij heeft gezet zonder daarbij naar de vloer te kijken. Hij heeft daarmee niet anders gehandeld dan een redelijk mens onder de gegeven omstandigheden zou doen. Een verplichting voor het slachtoffer om eerst te kijken of de omgeving rond de kiepwagen wel veilig was, was er niet, terwijl er wel een verplichting voor de wederpartij was om te waarschuwen voor de smeerkuil. Het hof oordeelt daarom dat geen sprake is van eigen schuld. De wederpartij is voor 100% aansprakelijk.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073 212 0027, stuur een Facebookbericht, of stuur een e-mail naar info@jba.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *