Stageongeval met een schroeftol: wanneer is een stagebedrijf aansprakelijk?

Een recente uitspraak laat zien hoe ver de zorgplicht van een stagebedrijf reikt. Op 29 oktober 2025 deed de Rechtbank Noord Holland uitspraak in een zaak waarbij een ongeval van een stagiair centraal stond.

Wanneer een student stage loopt, wordt vaak gedacht dat hij of zij geen ‘echte werknemer’ is en dat de verantwoordelijkheid vooral bij de student zelf ligt. Maar juridisch gezien ligt dat heel anders. Bovengenoemde zaak voor de kantonrechter laat dat duidelijk zien.

Wat was er aan de hand?

Een HBO-ICT-student liep stage bij het bedrijf Midland. Tijdens werkzaamheden op locatie bij een klant moest een werkplek worden heringericht. Een paar dagen eerder had Midland opdracht gegeven om een bureau te demonteren. Op de dag van het ongeval was de directeur even afwezig. De student besloot – zoals hij dacht dat nog steeds de bedoeling was – het bureau uit elkaar te halen. Hij gebruikte daarvoor een schroeftol die op de werkplek aanwezig was.

Het ging mis: de schroeftol schoot uit, raakte zijn voortand en die brak af. Het letsel zorgde voor pijn, behandeling en aanzienlijke tandartskosten.

Wanneer de student Midland aansprakelijk stelt, wijst het bedrijf dat van de hand. Hij zou “uit eigen beweging” hebben gehandeld en ongeïnstrueerd gereedschap hebben gebruikt.

De kantonrechter dacht daar anders over.

De grondslag

De kern van deze zaak draait om artikel 7:658 BW: de werkgeversaansprakelijkheid. Lid 4 bepaalt dat iemand die arbeid laat verrichten, óók aansprakelijk kan zijn voor stagiairs. Ze worden dus beschermd alsof ze werknemers zijn. Dat betekent dat het bedrijf moet zorgen voor een veilige werkomgeving, veilige middelen, duidelijke instructies en voldoende toezicht. Die zorgplicht is ruim: van een werkgever wordt veel verwacht.

De beoordeling van de rechter

Ten eerste stelde de rechter vast dat het ongeval gebeurde tijdens de stagewerkzaamheden. Daar was geen discussie over. De student leed schade terwijl hij werkzaamheden uitvoerde voor Midland.

Ook kwam de rechter tot de conclusie dat Midland haar zorgplicht niet had nageleefd De rechter keek kritisch naar wat het stagebedrijf had gedaan – of juist had nagelaten. Hij nam daarbij mee dat Midland eerder opdracht had gegeven om het bureau te demonteren en die opdracht nooit was ingetrokken. De student wist dus niet dat demontage niet meer nodig was. Tevens waren er geen duidelijke instructies gegeven over hoe het bureau moest worden gedemonteerd, welk gereedschap mocht worden gebruikt en wat de veilige werkwijze was en er was geen toezicht op het moment van het ongeval.

De rechter benadrukte dat juist bij stagiairs niet te snel mag worden aangenomen dat zij zelf wel weten hoe ze veilig moeten werken. Het feit dat de schroeftol niet van Midland zelf was, maakte dit niet anders: het gereedschap lag in de werkomgeving en het bedrijf had de student niet verboden het te gebruiken.

 Geen sprake van opzet of bewuste roekeloosheid

Om onder aansprakelijkheid uit te komen, moet een werkgever kunnen bewijzen dat de werknemer zich daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn gedrag. Dat is een hoge drempel – en hier zeker niet gehaald. De student handelde in lijn met een eerdere opdracht en had geen gevaarlijke stunt uitgehaald.

Conclusie: Midland is aansprakelijk

De kantonrechter oordeelde dat Midland onvoldoende maatregelen had genomen om het ongeval te voorkomen. Daarom is zij aansprakelijk voor de schade.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Dat kan via het telefoonnummer boven in beeld of door een e-mailbericht te sturen naar info@jba.nl.

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *