Werkgever aansprakelijk voor letsel door tilwerkzaamheden

Wat gebeurt er als een werknemer letsel oploopt bij het tillen van relatief lichte objecten op de werkplek? Is de werkgever dan zonder meer aansprakelijk, of speelt eigen verantwoordelijkheid van de werknemer een grotere rol? Op 11 oktober 2000 oordeelde de kantonrechter in Groningen over de reikwijdte van de zorgplicht van de werkgever bij een tilincident. De uitspraak werd op 20 augustus jl. gepubliceerd en kan hier worden nagelezen.

Feiten en omstandigheden

Verzoeker, een monteur in dienst van een zonweringsbedrijf, raakte op 14 april 2020 geblesseerd tijdens het tillen van een markies van 19,2 kg over een boerenerf. Verzoeker had tezamen met zijn collega de opdracht gekregen om aan de gevel van een boerderij acht markiezen te bevestigen. Deze markiezen waren opgeslagen in een schuur nabij de boerderij en moesten handmatig worden verplaatst. Verzoeker stelde dat hij de markiezen, over een afstand van 70 meter en onder lastige omstandigheden, alleen moest tillen vanwege coronamaatregelen. Tijdens het tillen voelde hij een hevige pijnscheut in zijn arm – later bleek sprake van een bicepspeesruptuur waarvoor een operatie nodig was.

Verzoeker heeft zijn werkgever op 21 augustus 2020 aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het bedrijfsongeval op 14 april 2020. Uit een in opdracht van de werkgever en diens verzekeraar Achmea uitgevoerd toedrachtsonderzoek volgt dat de werkgever verklaart dat monteurs meestal in koppels werken, zeker bij zwaardere zonwering. Dat er tilhulpmiddelen beschikbaar zijn, maar dat het telkens aan de inschatting van de monteur is om kijken of dat nodig is en of het tillen van objecten alleen kan of samen moet. In tegenstelling tot verzoeker stelt de werkgever dat er geen instructie is gegeven om markiezen alleen te tillen vanwege coronamaatregelen. Volgens hem kon er ook in coronatijd veilig samengewerkt worden op locatie, met voldoende afstand, buitenlucht en verstrekte PBM’s (zoals mondkapjes). De collega die samen met verzoeker ter plaatste was verklaart dat de werknemer besloot de markies over het hek te tillen in plaats van met de markies om het hek heen te lopen. Dit wordt door verzoeker ontkent.

De aansprakelijkheid wordt door de werkgever en diens verzekeraar Achmea afgewezen omdat verzoeker uit gemakzucht een markies over een hek zou hebben getild in plaats van een veilige doorgang te nemen, en verzoeker zelf kunnen had kiezen voor samenwerking of het gebruik van hulpmiddelen.

Omdat verzoeker en verweerders geen overeenstemming kunnen bereiken over de aansprakelijkheid start verzoeker een deelgeschilprocedure bij de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland.

Procedure

In de procedure stelt verzoeker dat hij na het tillen van drie markiezen rust heeft genomen en daarbij de markies even neer heeft gezet. Bij het hervatten van zijn werkzaamheden voelde hij ineens een pijnscheut in zijn linkerarm. Verzoeker stelt ondanks de aanwezigheid van een collega de instructie te hebben ontvangen om alleen te tillen en afstand van elkaar te houden vanwege de coronamaatregelen. Verder zijn er geen instructies gegeven door de werkgever hoe de opdracht moest worden uitgevoerd en zijn er geen mechanische hulpmiddelen beschikbaar gesteld. Ook stelt verzoeker dan er geen (deugdelijke) RI&E beschikbaar is.

Verweerders stellen dat de exacte toedracht van het ongeval onduidelijk is. De lezingen van verzoeker en de aanwezige collega lopen daarover uiteen. Verweerder stelt verder dat het de eigen keuze van verzoeker is geweest om de markies over het hek heen te tillen. Hij heeft de klus vaker gedaan en is VCA-gecertifieerd, dus van verzoeker mag worden verondersteld dat hij weet hoe hij veilig moet tillen. Daarbij wordt door verweerders betwist dat de instructie is gegeven om de markiezen alleen te tillen vanwege de coronamaatregelen.

De kantonrechter concludeert dat de werkgever onvoldoende heeft gedaan om een veilige werkomgeving te creëren. Vaststaat dat bij de functie van verzoeker veelvuldig tilwerkzaamheden plaatsvinden. In hoeverre deze risico’s via een RI&E in kaart zijn gebracht, kan in de procedure niet worden vastgesteld. Partijen gaan ervan uit dat er maximaal 23 kilogram mag worden getild en hoewel de markies lichter is, is er wel sprake van repeterende handelingen, welke geen gezondheidsrisico’s mogen opleveren voor de werknemer. In deze zaak moesten de markiezen ook nog eens eerst worden verplaatst vanuit de schuur en kon de markies niet eenvoudig door één persoon worden gehanteerd. Onder deze omstandigheden mocht van de werkgever worden verwacht dat zij verzoeker instrueerde over de wijze waarop de markiezen moesten worden verplaatst. Ongeacht de omstandigheid dat verzoeker VCA-gecertificeerd was.

Verder oordeelt de kantonrechter dat het niet aan de aansprakelijkheid van de werkgever in de weg staat dat verzoeker de markies mogelijk over een hek heeft getild, omdat niet is gesteld of gebleken dat de schade in belangrijke mate het gevolg is geweest van opzet of bewuste roekeloosheid.

Verweerders zijn gehouden om de schade van verzoeker als gevolg van het ongeval op 14 april 2020 te vergoeden.

Contact

Wilt u weten wat deze uitspraak voor u betekent? Neemt u dan vooral contact met ons op. Dat kan via het telefoonnummer boven in beeld of via info@jba.nl.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *